RECHT EN AD MlNISTRA TIE.
Hermetingen in het algemeen en de hermeting van
Amsterdam in het bijzonder.
16
Voordracht gehouden door N. D. Haasbroek, Landmeter van
het Kadaster te Amsterdam, op 9 December 1939 in de vergadering
van de Vereeniging voor Kadaster en Landmeetkunde te Utrecht.
Wanneer ik voor U ga spreken over het onderwerp „Hermetin
gen", dan gebeurt dit wel onder zeer bijzondere omstandigheden.
Oorspronkelijk zou deze voordracht gehouden worden in de ver
gadering van 16 September. De algemeene mobilisatie is oorzaak
geweest, dat deze vergadering is uitgesteld. Inmiddels hebben de
toestanden in de kadastrale wereld zich dermate gewijzigd, dat het
spreken over hermetingen onder deze omstandigheden U welhaast
„als niet van dezen tijd zijnde" moet voorkomen. Immers de mi-
nisterieele missive van 9 October 1939 Afd. Organisatie en Per
soneel van den Belastingdienst n°. 129 heeft de voortzetting van
de onder handen zijnde hermetingen verboden, waarmee de taak
van den kadastralen dienst, werkzaamheden te verrichten tot ver
betering van het Kadaster, is onderbroken. Dat ik toch bereid ben
thans iets over hermetingen te vertellen komt, omdat ik er van
overtuigd ben dat, wanneer, laten we hopen spoedig, meer normale
toestanden zullen zijn ingetreden, de nu aan de tijdsomstandig
heden opgeofferde noodzakelijkheid van hermetingen weer naar
voren zal komen en het Kadaster zijn noodzakelijken ontwikkelings
gang zal moeten vervolgen. Geen ontwikkelingsgang in het belang
van den dienst zelf, doch een, ons opgedrongen door de veranderde
maatschappelijke toestanden, die zooveel zwaardere eischen stellen
aan kaartmateriaal en administratie van den grondeigendom.
Daarom dus tóch deze voordracht.
Over hermetingen is reeds meer gesproken. Zoo heeft de heer
Stoorvogel op 25 October 1938 in deze vergadering over dit on
derwerp een voordracht gehouden. In hoofdzaak heeft hij toen het
kostenvraagstuk behandeld. Ik zal trachten de zaak van een anderen
kant te belichten.