RECHT EN ADMINISTRATIE Ruilverkaveling, ook nu! O. J. Jonas, Landmeter van het Kadaster, Hoofd van het Bureau Ruilverkaveling te Arnhem In het Jubileumnummer van dit tijdschrift verscheen van de hand van collega J. J. Gorter een artikel „De Landmeter van het Ka daster en de ruilverkaveling", geschreven Juli 1934. Sedert dien is er wel veel veranderd! Ook ten aanzien van de Ruilverkaveling; momenteel vertoont het aantal ruilverkavelingsaanvragen een dusdanige stijgende lijn, moet een zoo toenemend gedeelte van het personeel van het Kadaster bij den Ruilverkavelingsdienst betrokken worden en zijn er ten op zichte van al datgene wat met de Ruilverkaveling samenhangt dus danige veranderingen aan te wijzen, dat het wel gemotiveerd mag heeten in dit tijdschrift opnieuw eenige aandacht te schenken aan deze materie. De heer Gorter berekende, dat er in de periode van 1924—1934, bij een personeelsbezetting van 6 Landmeters, 1 Veldassistent en 4 Teekenaars, gemiddeld 2000 ha per jaar in bewerking was, terwijl er in totaal 6400 ha gereed gekomen was. Sedertdien zijn gereed gekomen nog 7000 ha en momenteel zijn in bewerking of zullen voor het einde van dit jaar nog in bewerking komen ca 25000 ha, terwijl daarnaast nog in aanvrage is ca 44000 ha! (Zie de tabellen I, II en III.) Deze getallen doen de vraag rijzen, wat wel de oorzaken zijn, welke tot een zoodanige stijging van het aantal ha te verkavelen gebied hebben geleid. De in de eerste jaren onder de oude wet van 1924 uitgevoerde ruilverkavelingen hebben duidelijk het nut van deze cultuurtech nische verbetering aangetoond. Naar matige schatting geeft Ruilverkaveling een verhoogd ren dement van den grond van 20 en waar in Nederland, naar onder-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1940 | | pagina 175