171
TABEL III.
In voorbereiding (d.w.z. Ruilverkavelingen waarvoor de
aanvragen bij het Secretariaat der Centrale Commissie
binnenkwamen) is in totaal nog ca 58500 ha, waarvan voor
14000 ha de stemming in 1940 kan plaats vinden en
wel voor de navolgende objecten:
Provincie Groningen: Glimmerpolder (200 ha), Tolberter
Petten (220 ha); Provincie Friesland: Nesser Mieden
(530 ha), Grachtkavel (2280 ha), Het Bovenveld (550 ha);
Provincie Drenthe: Aalder- en Mepperveld (800 ha),
Odoorner Esch (155 ha), Wallinger en Eursinger Esch
(125 ha); Provincie Overijsel: Usseler Esch (105 ha),
Deursinger en Hasseler Esch (120 ha), Vasse (Ootmar-
sum, 2000 ha); Provincie Gelderland: Duivensche Broek
(2130 ha), Brakel 150800 ha); Provincie Utrecht: Zeg
veld (1440 ha); Provincie Noord-Holland: Eilandspolder
(860 ha); Provincie Noord-Brabant: Somerensche Akker
(400 ha), De Scheeken (2751100 ha), Beeksche Akker
(110 ha), De Moddervelden (Oisterwijk, 150—350 ha),
Lieshoutsche Beemden (280 ha); Provincie Limburg: Weer-
terbosch (600 ha), Eggelsche en Keuperveld (335 ha), de
Heesbeemden (100 ha), Meerloo (155 ha).
afgestemd.
zoekingen van de Ned. Heide Mij (waarbij Groningen, Friesland,
Noord- en Zuid-Holland en Zeeland nog buiten beschouwing ge
laten werden), nog ca 500 000 ha voor Ruilverkaveling in aan
merking komen, zou dus door toepassing hiervan een „onzichtbare''
landaanwinst van ca 100 000 ha te bereiken zijn.
Waar hier in Nederland nog groote behoefte bestaat aan cultuur
land en de omstandigheden ons steeds meer dwingen tot „self sup
porting", is het niet te verwonderen, dat de Overheid, na eerst
eenigszins aarzelend ten aanzien van de Ruilverkaveling gestaan te
hebben, ten slotte het groote nut er van heeft ingezien en door ver
schillende maatregelen de tot standkoming van Ruilverkavelingen
heeft bevorderd.
De nieuwe Ruilverkavelingswet 1938 maakt het gemakkelijker
om tot een aanvrage voor Ruilverkaveling te komen, terwijl voor de