De Landmeter en de Ruilverkaveling.
181
omgeving reeds uit naar nieuwe objecten om deze van de voordeelen
van de ruilverkaveling te kunnen laten profiteeren. Gebleken is, dat
men ook oude, geschiedkundig eerbiedwaardige rechten kan laten
bestaan, mits men de uitoefening daarvan weet aan te passen aan
het moderne gebruik van den bodem. Het recht, ontleend aan den
schenkingsbrief uit de 14de eeuw, blijft bestaan, de uitoefening
daarvan wordt beheerscht door den stichtingsbrief van 1940!
C. Krombeen, Landmeter van het Kadaster te Arnhem
Na enkele jaren als toegevoegd landmeter en landmeter-deskun
dige bij de ruilverkaveling (r.v.k.) te hebben gewerkt, wil ik trach
ten iets bij te dragen tot meerdere bekendheid van de werkzaam
heden bij dezen dienst, te meer, daar dit werk thans een groote
vlucht neemt, terwijl het ons, bij de r.v.k. geplaatste landmeters, in
de eerste periode telkens opviel, hoe betrekkelijk onbekend wij met
dit werk waren.
Deze werkzaamheden nu zijn te verdeelen in:
I. De voorbereiding van het aangevraagde object.
II. De uitvoering van de ruilverkaveling.
I. Nadat een aanvraag tot ruilverkaveling bij Gedeputeerde
Staten (G. S.) is ingediend, stellen deze de aanvraag in handen
van de Centrale Cultuurtechnische Commissie (C.C.C.).
Deze Commissie belast een cultuurconsulent of in bijzondere ge
vallen een landmeter van het Kadaster, om in nauw contact met
het secretariaat der C. C. C. de gegevens te verzamelen, die zij
noodig heeft voor haar advies aan G. S„ hetwelk wordt uitgebracht,
alvorens G. S. de stemmingsvergadering uitschrijven.
Zoo is in de afgeloopen jaren aan het Bureau-r.v.k. Arnhem de
voorbereiding verricht van de blokken ,,Nuth' en „Huizenbeemd
te Oss; hiervan was vooral het eerste een interessant object, daar
het gelegen is in het vrij sterk geaccidenteerd landschap van Zuid-
Limburg.
Tot de taak van den voorbereider behooren:
a) Het instellen van een onderzoek naar de begrenzing van het
aangevraagde blok,