18
omdat de kadastrale tenaamstelling gebaseerd is op de oorspronke
lijke tenaamstelling van de perceelen en de veranderingen die
daarin in den loop van een eeuw zijn gebracht ten gevolge van
overgeschreven akten. Maar juist met deze akten is het vaak slecht
gesteld. Vele akten omschrijven het overgedragen goed onjuist.
Eigendomsovergangen door verjaring komen niet ter kennis van
onze administratie. En het resultaat is, dat in onze administratie
grenzen en tenaamstellingen voorkomen, die niet meer leven in het
rechtsbewustzijn van het publiek. Waarmee ik slechts zeggen wil,
dat het publiek er niet mee gebaat is, op een kadastraal plan een
grens te zien afgebeeld als eigendomsscheiding, die 100 jaar geleden
wel beteekenis zal hebben gehad, doch nu door de praktijk die
beteekenis heeft verloren. En dat het vechten tegen de bierkaai is
om, zich uitsluitend houdende aan overgeschreven akten, te blijven
volharden bij het registreeren van consorten, die ik kom daar straks
nog op terug60 jaar geleden hun beteekenis reeds hadden ver
loren.
Hierin, mijnheer de voorzitter, zal verandering moeten komen,
wil het Kadaster zijn „ik dien" kunnen handhaven. En wij zullen
tot de conclusie moeten komen, dat het Kadaster, als ieder ver
bruiksvoorwerp van 110 jaar oud, zal moeten worden afgeschreven
en vervangen door een nieuw, dat weer langen tijd in staat zal
zijn in de behoeften van het maatschappelijk leven te voorzien.
En zoo, mijnheer de voorzitter, raken we het probleem van de
hermetingen dat, zoo oud als het Kadaster zelf, de laatste jaren
wel zeer sterk in het teeken van de belangstelling staat.
Zooals ik reeds in mijn inleidend woord zei, zal ik me onthouden
van financieele beschouwingen. Hieraan heeft de heer Stoorvogel
in zijn voordracht van het vorig jaar reeds de noodige aandacht
gewijd.
Over het algemeen kan ik me graag vereenigen met de om
schrijving van de terreinen, die volgens den heer Stoorvogel in
aanmerking komen voor hermeting. Allereerst zullen hermeten
moeten worden die terreinen, die bestemd zullen worden voor
stadsuitbreiding. Ieder zal het hier direct over eens kunnen zijn.
Verder, zoo zegt de heer Stoorvogel, komen voor hermeting in
aanmerking die gedeelten van de volgebouwde kommen, waarvan
de te kleine schaal der kaart moeilijkheden geeft aan publiek en
kadastralen dienst. Noodig is, aldus de heer Stoorvogel, dat volge-