194
De Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant ontleende
aan dit adres het volgende:
,,Eenerzijds met instemming, anderzijds niet zonder eenige
bezorgdheid, heeft het bestuur van de Federatieve Vereeni-
ging voor Vreemdelingenverkeer Oost-Twenthe, omvattend
de gemeenten Delden, Denekamp, Enschede, Haaksbergen,
Hengelo, Losser, Oldenzaal-de Lutte en Ootmarsum kennis
genomen van de plannen tot ruilverkaveling van den Usseler-
esch en van andere Twentsche esschen. Ook wij zien in deze
ruilverkaveling vanzelfsprekend een middel om tot een veel
economischer bebouwing van de Twentsche esschen te ge
raken. Ook wij zien in, dat daarmede de Twentsche boeren
stand is gebaat en daarmee uiteindelijk de volksgemeenschap.
Vandaar onze instemming.
Ons gevoel van eenige bezorgdheid heeft betrekking op
het volgende:
Zooals U bekend is, vormen de Twentsche esschen een
typisch element in het landschapskarakter van deze aloude,
om haar natuurschoon terecht steeds meer bekend wordende
landstreek. De bekoring schuilt in de eerste plaats in het uiter
lijk van den Twentschen esch: de golvende hoogte, waarop
het koren deint, met vergezichten rondom, met een rand van
bosschen, waartusschen de eeuwenoude esch-boerderijen ver
scholen gaan met prachtige wallen. Dit uiterlijk van den
Twentschen esch is van geheel eigene bekoring. Doch de
Twentsche esch heeft nog een andere waarde. De oude be
namingen der verschillende perceelen gronds, de merkwaar
dige ,,boakensde stille dikwerf „holle" weggetjes tusschen
het koren, een weg met een historie als de „Helweg" dwars
over den Usseleresch dit alles vertegenwoordigt een histo
rische, een cultureele waarde, die eiken zoo aan traditie ge-
hechten Twentenaar niet onverschillig laat. Ons gevoel van
eenige bezorgdheid is gefundeerd op de vrees, dat zoowel de
uiterlijke als de innerlijke waarde van de esschen door de
voorgenomen ruilverkaveling zal verminderen.
Het algemeen nut van deze verkaveling vooropstellend, ver
oorloven we ons toch de vrijheid er bij U op aan te dringen
de plannen aldus op te stellen of deze, mochten ze reeds op
gesteld zijn, aldus uit te doen voeren, dat zoowel de uiter-