196 pij, welke naar aanleiding van het vijfentwintig jarig jubileum der Vereeniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland ge heel aan „Natuurbescherming" gewijd was. De ruilverkavelingswet zelve bevat slechts een enkel artikel, dat bescherming van natuurschoon beoogt, nl. art. 11, waarin o.m. be paald wordt, dat onroerende goederen van rechtspersonen, welke bevordering van natuurschoon ten doel hebben, indien en zoolang zij als zoodanig „door Ons" zijn erkend, tegen den wil van den eige naar niet in het blok worden opgenomen. Wel wordt deze bepaling verzwakt door de bijvoeging, dat er van kan worden afgeweken, indien zij de totstandkoming eener behoor lijke ruilverkaveling in den weg zou staan, maar de Vereeniging tot Behoud van Natuurmonumenten en zoovele gewestelijke Vereeni- gingen hebben hier toch een sterk wapen. Er zijn nog enkele artikelen aan te wijzen, welke t.a.v. natuurbe scherming van eenig belang zijn, o.a. artikel 2, dat vaststelt, dat ruil verkaveling alleen wordt toegepast ter bevordering van land-, tuin-, boschbouw, veehouderij of vervening en dus zeer zeker grenzen stelt. Ook zouden we willen noemen de artikels 27 en 31, ingevolge welke belanghebbenden hun bezwaren schriftelijk of mondeling tij dig kunnen indienen. Tenslotte is van belang het 3e lid van artikel 13, waardoor aan den Staat kavels kunnen worden toegedeeld. De opneming van deze bepaling in de wet van 1938 in die van 1924 kwam ze niet voor moge uit andere overwegingen zijn geschied, zulks neemt niet weg, dat ze zeer doeltreffend tot behoud van natuurschoon kan wor den gehanteerd. We kunnen ons voorstellen, dat de natuurbeschermer na lezing van het bovenstaande nog allesbehalve gerust is. Zoo licht kan immers in verband met de voedselvoorziening en werkloosheidbe- strijding de natuurbescherming het tegen argumenten uit economisch en ander sociaal oogpunt moeten afleggen. En hij zal iets nader ingelicht willen worden omtrent de wijze, waarop de wet uitgevoerd wordt. We kunnen dan allereerst wijzen op de samenstelling van de Centrale Cultuurtechnische Commissie, aan welke de algemeene leiding in ruilverkavelingszaken is opgedragen. Behalve, dat hier deskundigen op verschillend gebied, de uitvoering rakend, zitting

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1940 | | pagina 204