201
opheffing van dezen maatregel zou tóch in de eerste jaren een zeer
aanzienlijke teruggang van het aantal posten te wachten zijn.
2°. Vermindering van het aantal acteposten met 35
3°. Vermindering van het aantal aanvragen P.W. met 55
De werkzaamheden sub 1 en 2° hebben betrekking op het te
verwachten werk in 1941. Het P.W. zou zich kunnen herstellen,
maar wegens de moeilijkheden van particulieren nieuwbouw, moet
op een voorloopig blijvende vermindering worden gerekend.
Ruw geschat een vermindering van werkzaamheden met x/3.
Tegenover deze vermindering staat een aanzienlijke uitbreiding
van den ruilverkavelingsdienst.
Als de vermindering van werkzaamheden een surplus oplevert,
zou het overtollige personeel benut kunnen worden voor:
1°. inhaling van den achterstand, welke aan eenige kantoren be
staat en
2°. voor hermetingen.
Dit is het beeld, dat ons dienstvak naar mijn inzicht zou vertoo-
nen, indien wij ons uitsluitend bepaalden tot het dienstvak zelf.
Maar ook ons dienstvak is een onderdeel van het groote geheel,
met zijn groote nooden en moeilijkheden. En uit dat oogpunt be
zien krijgt ook de kadastrale organisatie een geheel ander aanzien.
Dan is het niet meer de vraag, wat moet geschieden, terwille
van een gezond economisch beheer van het dienstvak zelf, maar
wat kan geschieden, m.a.w. wat is verantwoord te doen, als ook
ons dienstvak zijn aandeel in de algemeene lasten meedraagt.
Het beeld van werkloosheid en een gedemobiliseerd leger is be
kend. En ook wellicht de krachttoeren, die door verantwoordelijke
autoriteiten worden verricht om arbeid te verschaffen. Ik ontleen
het volgende aan een brief, welken de Secretaris-generaal, waar
nemend Hoofd van het Departement van Sociale Zaken, aan de
gemeentebesturen heeft gezonden betreffende de tewerkstelling van
werklooze hoofdarbeiders, waaronder vallen de drie groepen:
a) academisch gevormden, b) middelbaar gevormden, c) een
voudig administratief geschoolden:
Voorbeelden van speciale werkzaamheden.
„Het instellen van een onderzoek naar de inkomens van be-
„woners van woningwetwoningen, onderzoek naar de vestiging