206 Literatuuroverzicht (Boekbeoordeeling). gegeven woord. Dat deed hij immer gestand. Op Feteris kon men bouwen. Ik zal den heer Feteris blijven gedenken als iemand met een onkreukbare eer lijkheid, oprechtheid en trouw, onder wiens leiding ik als landmeter der domeinen op aangename wijze mijn dienst heb verricht. Hij ruste in vrede. H. F. C. SMEULDERS. Dr. F. SchuhLeerboek der boldriehoeksmeting. XVI 295 blz., 16 X 23 cm, 54 figuren en 836 vraagstukken, benevens vraag stukken van het examen KI 1904—1939. Uitgave G, B. van Goor Zonen's Uitgevers-Maatschappij N.V., 's-Gravenhage- Batavia. 1940. Prijs geb. 5.40. Dit leerboek sluit aan bij het „Leerboek der nieuwe vlakke driehoeksmeting" van denzelfden schrijver. Uit den aard der zaak, immers dit nieuwe werk bouwt voort op de resultaten van het vorige, treedt het typische van schrijvers methode hier minder sterk op den voorgrond. Ook nu is echter volgens denzelfden een- voudigen gedachtengang tewerkgegaan om algemeen geldende formules te ver krijgen. De eerste 64 bladz. zijn gewijd aan de meetkunde op den bol en de eigen schappen van den boldriehoek. In de dan volgende afdeeling B is in ongeveer 100 pagina's de trigonometrie van den boldriehoek behandeld, waarbij de formules van den scheefhoekigen uit die van den rechthoekigen driehoek zijn afgeleid. In de afdeeling C groot ongeveer 40 bladz., worden verdere vragen van bol driehoeksmeting besproken, nl.: het sferisch exces, de theorema's van Stewart, de stellingen van Menelaus en De Ceva voor den boldriehoek en tenslotte de kleine cirkels op den bol (om- en ingeschreven cirkel van den boldriehoek etc.). Afdeeling D geeft het verband met andere gebieden. Hier worden enkele onderwerpen aangetroffen, die speciaal voor den landmeetkundige wel belang rijk kunnen zijn, zooals: de stelling van Legendre omtrent de hoeken van een kleinen boldriehoek; coördinaten op den bol, plaatsbepaling op aarde; coördi naten op het hemelgewelf; enz. Voor dengene, die speciaal met het oog op de practische toepassingen in de landmeetkunde het boek zou bestudeeren, zijn de afdeelingen A, B en D het meest van belang. De stof van afd. C heeft hoofdzakelijk theoretische beteekenis: met stellingen over de macht van een punt t.o.v. een kleinen cirkel en sferische zwaartepunten, om maar enkele dingen te noemen, krijgt men in de praktijk nooit te maken. Het boek is uitstekend verzorgd, duidelijke, sierlijke figuren en een vlot lees bare tekst, al met al een werk, dat ik gaarne in de belangstelling van onze lezers aanbeveel. J. M. T.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1940 | | pagina 214