208 II (fig. 3). Een stuk land groot 9 are is in 2 kavels publiek verkocht. In de overgeschreven akte wordt kavel I omschreven als een behoorlijk afge paald Noordelijk deel groot ongeveer 4 are en kavel II als een behoorlijk Zui delijk deel groot ongeveer 5 are. A koopt kavel I, B koopt kavel II. Na de overschrijving van de akte verplaatst B de aanwezige palen 2 meter naar het Noorden. Door A wordt dit niet bemerkt, zoodat de verbindingslijn van de verplaatste palen de grens wordt van de kadastrale perceelen nos. 1309 en 1310. No. 1309 groot 3.70 are wordt geboekt op het leggerartikel van A; perceel no. 1310 groot 5.30 are wordt geboekt op het leggerartikel van B. B verleent hypotheek op het perceel no. 1310. Eenigen tijd later ontdekt A het bedrog. In een bijeenkomst op het kantoor van den Notaris erkent B dit te hebben gedaan. Een akte wordt opgemaakt, waarin B verklaart de 2 meter breede meest noordelijke strook abed van het perceel no. 1310 ten onrechte in gebruik te hebben genomen en de lijn cd als eigendomsgrens te erkennen. Deze akte wordt overgeschreven. GEVRAAGD WORDT: 1°. te omschrijven op welke wijze deze akte bij de kadastrale boekhouding en in den staat 75 behandeld moet worden en welke de gevolgen zijn voor de hypothecaire boekhouding; 2°. duidelijk uiteen te zetten waarom de akte op deze wijze behandeld is. III. Bij een onderzoek erfdienstbaarheden bleek in een akte, die vóór 1 Octo ber 1938 opgemaakt is, de vermelding voor te komen, dat ten behoeve van de boerderij „de Kortenhorst" een erfdienstbaarheid van uitweg bestond, die rustte op een stuk weiland genaamd „de Kleikamp". De achtereenvolgende eigenaren van „de Kortenhorst" hebben steeds van dezen uitweg gebruik gemaakt. De tegenwoordige eigenaar van de Kortenhorst biedt nu een op gezegeld papier gestelde verklaring ter overschrijving aan. Hij verklaart daarin, dat op het weiland genaamd de Kleikamp, kadastraal bekend gemeente X sectie A no. 201 de erfdienstbaarheid van uitweg rust ten behoeve van de boerderij „de Kortenhorst", kadastraal bekend gemeente X sectie A no. 202 en zulks op grond van de bovengenoemde feiten. De volgende vragen gemotiveerd te beantwoorden: 1°. Mag de Bewaarder weigeren deze verklaring over te schrijven? 2°. Indien deze verklaring wel overgeschreven wordt, hoe moet deze dan bij de hypothecaire boekhouding behandeld worden?

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1940 | | pagina 216