22 van 3000.per ca uit den tijd van hoogconjunctuur, besteed voor een perceel noodig voor den bouw van de Amsterdamsche Bank aan het Rembrandtplein. Afgezien van deze bespiegelingen blijft het publiek groote waarde toekennen aan de kadastrale grootten van perceelen. Het houdt er koppig aan vast, omdat ze vermeld staan in de akten, die de eige naars onder hun berusting hebben. En ik spreek uit ondervinding wanneer ik zeg, dat in veel gevallen door het publiek gedacht wordt aan een niet toelaatbare verrijking van den buurman, wanneer de grootte van een perceel door hermeting kleiner wordt. Trouwens dit willen afleiden van de grenzen uit de grootte is een euvel, dat niet alleen in Amsterdam voorkomt. Wij, als insiders, de wijze kennend waarop een grootte tot stand komt, staan gemakkelijker tegenover een wijziging dan de grondeigenaar, die bij de in zijn bezit zijnde officieele stukken zweert, en wiens vertrouwen in het meetinstituut „par excellence", dat ons kadaster toch zou moeten zijn, wordt geschokt. Waarmee ik slechts heb willen aantoonen, dat ook in volge bouwde kommen de kadastrale grootten van de perceelen een be langrijke functie blijven vervullen. En juist met deze kadastrale grootten is het niet al te best ge steld. Ik heb me de moeite gegeven een onderzoek in te stellen naar de grootten van 2 X 400 perceelen gelegen in de Amster damsche binnenstad. Met opzet heb ik hiervoor twee verschillende stadsgedeelten genomen om niet den schijn op me te laden het onderzoek in een bepaalde richting te willen dwingen, wanneer ik me tot een enkel stadsgedeelte beperkte. Ik kan U verzekeren dat ik, volkomen onbevooroordeeld, in de volgorde waarin ze waren berekend, uit de boeken van berekening de nieuwe grootten der perceelen in een bepaalde grootteklasse, heb overgenomen, en deze heb vergeleken met den ouden stand. Het resultaat van het onderzoek vindt U in het volgende plaatje (fig. 3): in Sectie P vertoonen 95 en in Sectie L 116 perceelen een afwijking van 02%, enz. Rekent men dat de perceelen met een afwijking tot 2% nog goed zijn (dat is dus een maximum verschil van 2 ca op de gemiddelde grootte van de perceelen) dan komt men tot de ontstellende ont dekking, dat in de juist genoemde grootteklasse van de minuut- perceelen in de Amsterdamsche binnenstad een goede, een

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1940 | | pagina 22