222 afstandsprisma; alleen de verdeeling is verschillend. Bij hellende richtingen moet de baakaflezing vermenigvuldigd worden met den cosinus van den hellingshoek. Het gewicht van het instrument bedraagt 4,85 kg, van de me talen stolp 1,7 kg en van het statief 5 kg. (Vertaling: F. H.) Literatuuroverzicht (boekbeoordeeling). Ir. H. J. Struyk c. i., Lccraar aan de M. T. S. te Haar lem, oud-Ingenieur der H. IJ, S. M. Landmeten en Waterpassen. 188 blz., 17X24 cm, „Kosmos' -Amsterdam, 1940, prijs geb. 3.90. De boekbeoordeelingen in dit tijdschrift beoogen den lezer betrouwbare in lichtingen te geven. Om deze reden is het soms noodzakelijk een ongunstige beoordeeling te geven, hoe onaangenaam dit ook voor den auteur, den uitgever en den recensent is. Helaas is er van bovenvermeld boek niet veel goeds te zeggen. Ik vraag mij af, waarom de uitgever er toe is overgegaan, het reeds groote aantal middelmatige en slechte boeken over Landmeten en Waterpassen voor middelbare technici weer met een te vermeerderen, dat kennelijk door een onbevoegde in het vak is geschreven. Vergelijking met het boek van A. de Vos (Ahrend, 268 blz. 3.50), dat ik voor mij het draaglijkste vind en dat in ieder geval het goedkoopste is, heeft mij de overtuiging gegeven, dat juist dit boek de belangrijkste, zoo niet eenige, bron voor den heer Struyk is geweest. Vele zinnen zijn gewoon overgenomen, slechts met verwisseling van plaats van onderwerp en voorwerp. Fouten zijn mede overgenomen, bv. die in de teekens van de ontwikkeling van het bino- mium van Newton op blz. 31. Veel goeds van De Vos is echter weggelaten, zooals: baakniveau, rouleau, bepalen van afstanden die niet rechtstreeks gemeten kunnen worden, uitbakenen van bebouwingsplan, doorloopende bouwplanken, het principe van het groote in het kleine meten, verlengen van een muur, meten van treklijnen, decimale hoekverdeeling (in de hedendaagsche landmeetkunde vrijwel uitsluitend gebruikelijk!), kaarteeren, verdeelen van perceelen. Bij de eenvoudige „vereffening" van een driehoeksnet maakt De Vos de fout als afzonderlijke voorwaarden te noemen: a. [log sin] linker basishoeken [log sin] rechter basishoeken, en b. uitgaande van een zijde a, moet men, als men de andere zijden berekent, tenslotte weer op de lengte a uitkomen. Struyk neemt ook deze fout over. Bij de uitwerking komt het bij De Vos in orde, want dan blijkt hij voorwaarde b slechts als controle op de berekening te bedoelen. Struyk komt hier niet aan toe.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1940 | | pagina 230