225
anders is het gesteld met de beide voorwaarden, bovengenoemd,
waaraan voldaan moest zijn om de techniek met succes te kunnen
inzetten. Ik waag het erop te beweren, dat men waarschijnlijk 70
jaar geleden beter wist wat men met een hermeting wilde en ook
beter wist wat er opgemeten moest worden, dan nu!
Toen was het zóó, dat er tenminste vrij behoorlijke richtlijnen
waren, waarnaar men het werk en de werkwijzen kon beoordee-
len: immers het Kadaster diende in hoofdzaak de belangen van de
grondbelasting. Zelfs het voortreffelijke levenswerk van I. Boer
Hzn., die op waarlijk grootsche wijze het geheele complex der pro
blemen heeft aangepakt, heeft weinig positieve resultaten opge
leverd. Zijn werk is geschiedenis geworden en zijn mooiste con
ceptie: het ontwerp wet op de grensregeling heeft het nimmer tot
wet gebracht.
Zooals ik zei, kon men zich vroeger meer dan nu richten naar
de eischen, die de grondbelasting stelde. Toen ook al op aanspo
ring van Boer een einde kwam aan de ietwat tot een caricatuur
uitgegroeide heerschappij van den controleurspost, is het Kadaster
blijven doorwerken. Het schijnt dus dat hetzij het Kadaster andere
belangen is gaan dienen, hetzij een doel in zich zelf heeft gekregen.
Ik stel mij voor, dat er menschen te vinden zijn, die mij hierover
zouden kunnen inlichten, deze zullen misschien zelfs hier wel aan
wezig zijn. Het gaat mij echter niet om persoonlijke inzichten of
meeningen; waar het mij om gaat is, dat ik wil weten, maar dan
ook graag precies wil weten, welke officieele inzichten op dit punt
bestaan. Als men bij een kleermaker een jas bestelt, wil die man
graag weten, wie deze moet dragen; de architect die een huis moet
bouwen zal ook vragen wie er in moet wonen of waarvoor het moet
dienen. Nu is de landmeter, die moet gaan hermeten, als de kleer
maker, die een jas moet maken, zonder te weten voor wie. Hij zal
hem vooral niet te klein maken, hij zal hier of daar nog iets extra's
doen en dan moet hij maar afwachten hoe het wordt. Erg fraai
gekleed zal de klant wel niet zijn, maar dat was te verwachten.
Gij begrijpt waar ik heen wil. Eerst moet ik nog opmerken, dat
wat ik hier zeg voor hermetingen, ook geldt voor de bijhouding van
het Kadaster. Men kan zelfs wel aannemen, dat de dingen waar
het hier over gaat voor de bijhouding, die blijvend is, terwijl de
hermeting een incidenteel karakter heeft, van nog meer belang zijn.
Kijk, wat er thans in de eerste plaats ontbreekt, is een officieele