226 en scherp omschreven doelstelling van het Kadaster. Men moet thans werken zonder te weten waarvoor. De eene landmeter heeft deze opvatting van zijn werk, de andere die. Hoe dikwijls is niet de opvatting van het werk een onderwerp van discussie geweest, hoe dikwijls is niet in deze vergadering het hermeten besproken, hoe dikwijls hebben we dan niet langs elkaar heen gepraat en hoe weinig zijn we opgeschoten. Een landmeter van het Kadaster kan slechts zijn werk doen naar beste weten en het is hoofdzakelijk de „feeling", waarop hij zich moet verlaten. Alles omdat er geen doelstelling is. Neen, een doelstelling moet er komen en liefst spoedig. Voor allerhande dingen is dit noodig. Het is niet alleen voor de keuze van de juiste techniek van belang. Voor het voeren van een vaste per soneelspolitiek is het kennen van de doelstelling onmisbaar, verder voor de inrichting van de administratie en ook voor de vaststel ling van hetgeen opgemeten moet worden, dus voor de wijze waar op gedelimiteerd moet worden. Men moet eerst precies het doel van het Kadaster weten. De problemen worden eerst dan oplosbaar, wanneer men de doel stelling kent. Wat geeft het te praten over de wijze van delimitee- ren, als we niet eens weten, waarvoor we dit moeten doen en met welk doel. Geen wonder, dat we zoo dikwijls langs elkaar heen praten en dezelfde vragen 70 jaar terugkeeren zonder opgelost te kunnen worden. In zijn brief, waarin Uw secretaris mij uitnoodigde voor deze vergadering te spreken, vroeg hij mij te willen behandelen „her metingen" of, zooals hij aan het slot van zijn brief schreef, als ik het prefereerde een „ander actueel onderwerp". Toen ik dit laatste las, had ik inwendig plezier: „hermeten" en „actueel" in èèn adem te noemen. Dat men dit kan, nu nog na 70 jaren, is echter volkomen typeerend voor den toestand. Voor het zin heeft, om over welk vraagstuk dan ook te spre ken, zal men het dus eerst eens moeten zijn over de doelstelling van het Kadaster. Ik zal probeeren de doelstelling te formuleeren. Ik wil hiermede in geen enkel opzicht mijzelve opwerpen als de gene, die dit bij uitstek zou kunnen. Ik doe dit met de overwe ging, dat wellicht hierdoor anderen er toe komen ook hun ge dachten over dit onderwerp te laten gaan. Bovendien moet ik het wel doen, omdat ik anders het spreekgestoelte zou moeten verlaten:

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1940 | | pagina 234