227
immers zooeven heb ik U gezegd, dat ik van meening ben, dat het
geen zin heeft, zonder de doelstelling duidelijk voor oogen te heb
ben, verder te praten.
Welnu. Het is duidelijk, dat men verstandig doet bij het op
stellen van een doelstelling rekening te houden met wat het Ka
daster thans is en doet. Wij zijn het er over eens, dat het karakter
van grondbelastingkadaster op den achtergrond is komen te staan
en het Kadaster de laatste decennia gegroeid is in de richting van
een administratie op den grond en op de rechthebbenden van den
grond. Ik hel er sterk toe over het Kadaster te definieeren als een
administratie op den grondeigendom. Als er thans geen Kadaster,
of iets dergelijks aanwezig zou zijn, kan men er zeker van zijn, dat
dit in de tijden die we nu beleven wel zou zijn uitgevonden. In de
toekomst zal een goede administratie op den grondeigendom nog
wel van meer beteekenis worden, dan zij tot nu toe was.
Aanvaardt men deze doelstelling, dan heeft het Kadaster hier
mede naar mijn meening min of meer een doel in zich zelf gekregen.
Dit wil niet zeggen, dat bij de inrichting van deze administratie vol
komen willekeurig mag worden gehandeld. Het Kadaster staat niet
alleen in de wereld. Er zal zorgvuldig op gelet moeten worden de
zaken zoo in te richten, dat er een maximale hoeveelheid nut voor
de samenleving uit voortvloeit. Het dienstbare karakter echter van
het Kadaster, zooals dit b.v. bij den opzet ten aanzien van de grond
belasting bestond, is bij de uitgesproken doelstelling ten aanzien
van welke aanwijsbare instelling dan ook niet regelrecht aanwezig,
vandaar dat ik sprak van een doel in zichzelf.
De administratie moet natuurlijk steeds opgebouwd worden uit
de gegevens, die de overgeschreven stukken bevatten, aangevuld
met die, welke bij het onderzoek in het veld worden verkregen. Het
typische karakter van deze administratie is, dat zij gebaseerd moet
worden op een meetkundige indeeling van den bodem. Zoowel voor
de tenaamstelling als voor de perceelsindeeling moeten de ge
gevens worden geïnterpreteerd door de bevoegde ambtenaren. Aan
gezien het de bedoeling is, dat anderen van de administratie gebruik
zullen maken, moeten buitenstaanders dus gelegenheid hebben van
de interpretatie kennis te nemen. Wat de tenaamstelling betreft,
is dit eenvoudig: men behoeft slechts den legger op te slaan en
men kan lezen wat er staat. Zich op deugdelijke wijze omtrent de
interpretatie van de perceelsindeeling op de hoogte te stellen, is