228 minder eenvoudig. Daarvoor moet tegenwoordig de kaart dienen, aangevuld met de particuliere meting. Zooals nu de kadastrale kaart is, is deze voor het overgroote deel van de terreinen onvoldoende vóór het doel. Wanneer het goed zal zijn, moeten de gegevens be treffende de perceelsindeeling aan de gebruikers in zoodanigen vorm beschikbaar kunnen worden gesteld, dat zij zelve ze kunnen begrijpen en er op de juiste wijze mee kunnen werken. Inlichtingen moeten snel, goedkoop, volledig en in overzichtelijken vorm ver strekt kunnen worden. Met het oog op de eischen van snelheid en goedkoopte moet getracht worden dit met eenvoudige middelen te bereiken. Bij een bezoek, dat ik eens aan de stad Barmen in Duitschland bracht, zag ik hoe men daar van de hermetingsveld- werken kopieën aan particulieren verkocht. Dit is wel een grondige oplossing, maar naar mijn gevoel niet de beste. In de eerste plaats niet, omdat dit systeem noodzakelijk maakt, dat steeds een bijge werkt veldwerk aanwezig moet zijn, verder niet, omdat niet iedere leek een landmeetkundig veldwerk kan lezen en ten slotte niet om dat een veldwerk de waarnemingen, doch niet de interpretatie van de waarnemingen, waar het op aan komt, bevat. Beter lijkt het mij, beschikbaar te stellen grafische inlichtingen in den vorm van een goede kaart. Dit kan gemakkelijk, wanneer men bij de uitvoering van een hermeting handelt, zooals in de nieuwe H. T. W. is aan bevolen. Hier is gedacht de terreinen in drie groepen in te dee- len. In het instructiegebied 1, waar de hoogste eischen van nauw keurigheid werden gesteld, wordt het werkplan gekaarteerd op de schaal 1 a 250 of 1 a 500, in gebied 2 op de schalen 1 a 500 of 1 a 1000, en in gebied 3 op 1 a 1000 of 1 a 2000, en dit onafhanke lijk van de schaal, waarop het netteplan en de andere plans wor den gemaakt. Dit systeem biedt de mogelijkheid, gemakkelijk de inlichtingen als bovenbedoeld te kunnen verstrekken. Ik stel mij hierbij op het standpunt, dat de bovengenoemde schalen voor verre weg de meeste doeleinden voldoende zijn en derhalve de behoeften van de gebruikers volkomen bevredigen. De enkele gevallen waarin meer wordt gewenscht zijn als uitzonderingsgevallen te beschou wen en vergen afzonderlijke behandeling. Ik laat deze gevallen echter verder buiten beschouwing. De kadastrale inlichtingen betreffen enkel de perceelsindeeling en een zeer matige topografie van het terrein. Het zal echter in veel gevallen noodig zijn deze aan te vullen. Denk b.v. aan de wijze

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1940 | | pagina 236