251
de kadastrale dienst zich beperkt tot de zuiver kadastrale zaken.
Wel moet voor andere diensten de mogelijkheid bestaan op de
meest eenvoudige wijze aan te sluiten aan het kadastrale werk.
De heer Stoorvogel heeft de hermeting Eindhoven verdedigd.
Spreker heeft echter de zaken algemeen gezien. Wat in Eindhoven
gebeurt, is op zich zelf goed, maar de daar verkregen ervaringen
zijn over 25 jaar voor het dienstvak als geheel weer verloren. Het
doet spreker genoegen, dat de heer Stoorvogel het eens is met kaar-
teeren op groote schaal. Dit is een stem uit de practijk.
Aan Mr. Iwema zegt inleider dank voor den aan zijn betoog
verleenden steun.
De heer Jongedijk heeft een practische vraag gesteld: waar moet
de doelstelling neergelegd worden? Een wet lijkt inleider in eersten
aanleg niet noodig. De doelstelling moet ook gelden voor de niet-
hermeten gebieden. De bijhouding heeft ook wel een steuntje in
den rug noodig. Ook voor den bijhoudingsdienst wil hij een ver
deeling van het land in nauwkeurigheidsgebieden. Voor de deli
mitatie moeten eveneens dezelfde eischen gelden.
De tendens tot splitsing van den administratieven en den tech-
nischen kant van het Kadaster lijkt spreker uit zakelijk oogpunt niet
belangrijk; misschien is ze het wel in verband met personeelsbe
langen.
De heer Haasbroek brengt in het midden, of de quaestie
ook kan zijn, dat inleider en de heer Jongedijk verschillen over de
vraag, waar de administratie begint en de techniek ophoudt. Is bv.
de tenaamstelling in den staat 75 taak van den landmeter of van
den bewaarder?
De heer Mr. Iwema merkt op, dat de tirade in de I.K. „en
wijzigt zoo noodig de tenaamstelling" z.i. alleen slaat op het geval,
dat er nog een akte is ingekomen, waarvan de landmeter geen
kennis droeg.
De heer Z ij 1 s t r a constateert, dat uit deze uitwijding wel blijkt,
dat de taak van den landmeter zoowel administratief als tech
nisch is.
Prof. T i e n s t r a, voortgaande, zegt in antwoord op een vraag
van den heer Hoving om een oordeel over het artikel van den
heer Smit, dat het thans in de eerste plaats gaat om het beginsel,
niet om de uitvoering.
Wat ten slotte de vraag van verschillende heeren betreft over