252
het personeelsvraagstuk, daarop kan inleider tot zijn spijt niet ant
woorden. We zullen moeten afwachten, wat misschien binnenkort
bekend wordt.
De heer R i e t s e m a wil nog verklaren, dat hij met zijn op
merkingen over het B.W. niet bedoeld heeft om het streven van
Prof. Tienstra te remmen; integendeel heeft hij daar alle waardee
ring voor.
De Voorzitter bedankt vervolgens inleider voor zijn voor
dracht en verklaart, dat het Tijdschrift open staat voor verdere
studies over het onderwerp.
Besprekingen in verband met het lidmaatschap der Nederland-
sche Landmeetkundige Federatie (N.L.F.).
De heer O. J. Jonas wil als secretaris van de N.L.F. gaarne
enkele mededeelingen doen. Wegens de buitengewone omstandig
heden wordt er dit jaar geen congres gehouden. Om de doelstelling
der Federatie toch zooveel mogelijk te benaderen, was het plan
gevormd om in verschillende deelen van het land lezingen te orga-
niseeren. De heeren Prof. Schermerhorn en Prof. Tienstra hadden
zich hiervoor beschikbaar gesteld. Door de Mei-gebeurtenissen is
van dit alles niets gekomen.
Het bestuur der N.L.F. is verder uitgenoodigd tot bijwoning van
een op 19 October 1940 te houden vergadering, waar zal worden
gesproken over de oprichting van een Nederlandsche Werkgemeen
schap van wetenschappelijke organisaties.
De Voorzitter dankt den heer Jonas voor zijn inlichtingen.
Benoeming van twee vertegenwoordigers in het Hoofdbestuur
der N.L.F. wegens periodieke aftreding van de heeren A. C.
H o f en J. F. G r e v e.
De aftredenden worden bij acclamatie herkozen en nemen de
benoeming aan.
Aanwijzing van een candidaat voor de verkiezing van een Voor
zitter van het Dagelijksch Bestuur der N.L.F. wegens periodieke
aftreding van Prof. J. M. Tienstra (niet herkiesbaar).
Prof. Schermerhorn vraagt, of het zin heeft, nu een can
didaat te stellen, als er dit jaar toch geen congres is.
De Voorzitter meent van wel, omdat onze volgende alge-