31 feite slechts dienen om onze kadastrale administratie, bij gebrek aan voorschriften over deze materie, in het goede spoor te houden. Hier dreigt het Kadaster inplaats van middel een doel in zichzelf te worden. En ik kan tegen dit verschijnsel niet ernstig genoeg waarschuwen. Ik hoop niet, mijnheer de voorzitter, dat U in mij iemand zult zien, die bereid is alle perceelafscheidingen tot kadastrale grenzen te verheffen. Ik wil bewuste verzwegen eigendomsovergangen hier van uitsluiten. Ik moge dit met een voorbeeld aantoonen. De erfafscheiding tusschen twee perceelen vallende in de her meting werd oorspronkelijk gevormd door een raster. Ongeveer 15 jaar geleden wordt het eene open erf volgebouwd door stich ting van een garage, doch bij vergissing blijft de bouwer 40 cm binnen de kadastrale grens. De bouw is reeds te ver gevorderd wanneer de eigenaar den bouwer op de gemaakte fout attent maakt. Hij aanvaardt evenwel de fout en met het verlies van 4 ca grond, welke als erf bij het terrein van den buurman zijn ge komen, heeft hij zich reeds lang verzoend. Bij delimitatie van de grens zijn de beide belanghebbende eigenaars nog dezelfde als ten tijde van den bouw van de garage. Zij doen mij het verhaal, dat ik U zoo juist schetste en beiden verzoeken mij als grens tusschen hun perceelen op te willen nemen den kant van den garagemuur, die in de praktijk grens is geworden. Ik heb aan dit verzoek niet kunnen voldoen, omdat de eigendom van de strook naast de garage nog niet is verjaard. En ik heb gepoogd partijen te bewegen een akte te maken. Hoewel de waarde van den grond ter plaatse op 30.- per ca kan worden gesteld, ziet de benadeelde partij geen kans om hiervan iets op den buurman te verhalen, omdat deze de onkosten, verbonden aan het maken van een akte en het verleenen van een gedeeltelijk royement, reeds genoeg vindt voor een strook grond, die hij practisch toch reeds 15 jaar bezit. Want zelfs indien partijen een onderhandsche akte van eigendomsoverdracht opma ken, bedragen deze kosten nog 0.50 zegel, 4.— overschrijvings- recht, 3.60 registratierecht en 13.50 wegens het verleenen van gedeeltelijk royement. Waarbij dan de benadeelde partij, die n.b. geen cent voor zijn grond krijgt, zich nog met de Hypotheek bank in verbinding moet stellen met het verzoek er toe te willen medewerken, dat het bewuste strookje uit het hypothecair verband wordt ontslagen, met het risico, dat de Bank dit verzoek weigert

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1940 | | pagina 31