33
Men zie hierover de beschouwingen van den heer Kluvers in het
Tijdschrift voor K. en L., jaargang 1938, blz. 77 e. v.
Zie hier dus de problemen, die zich voordoen bij het delimiteeren
van grenzen en het toepassen van oude grenzen in de hermeting.
Problemen, ook van administratieven aard, waarbij de landmeter
in het geheel geen steun vindt in de bestaande voorschriften. Ik
wil U dit nog even met een voorbeeld aantoonen. In de Jordaan in
Amsterdam ligt een perceelencomplex, toebehoorende aan de ver-
eeniging ,,de Arbeidersklasse", die dit complex verkreeg in 1895.
Zij beschouwt zich van dit complex, dat ik op het hierbij gereprodu
ceerde lantaarnplaatje (fig 7) met een zware lijn heb omgeven ge
heel als eigenaresse. Niettemin vertoont de kadastrale tenaamstel
ling van verschillende perceelen in het complex de noodige haken en
oogen. Ik heb deze perceelen met een arceering aangeduid. Zoo
luidt de tenaamstelling van perceel 625: Eigenaresse de Arbeiders
klasse en cons. Cons, voor 31 ca bloote eigenaar L. Huntelaar; op
stal voor 31 ca Wed. H. Ferenhout. Deze medeeigendom zat er
reeds in voor 1880, het tijdstip waarop door vernieuwing van een
minuutplan, de sectie L uit een andere sectie was ontstaan.
Perceel 626 staat bekend als behoorende aan L. Huntelaar, ter
wijl Wed. J. H. Ferenhout van dit perceel opstalhoudster is. Ook
deze tenaamstelling dateert reeds van voor 1880. Ten overvloede
kan ik meedeelen, dat onder het geheele kantoor Amsterdam de
namen Huntelaar en Ferenhout in de kadastrale en hypothecaire
administratie verder niet meer voorkomen. Ten behoeve van de
verzending van het grondbelastingbiljet staat bij het leggerartikel,
waarop perceel 626 voorkomt listiglijk: p.a. Vereeniging de Ar
beidersklasse. Men kan gerust zijn: de grondbelasting er van komt
binnen.
Perceel 4182 vermeldt als eigenaar de Arbeidersklasse met als
consort de gemeente Amsterdam voor 7 ca. Ook deze gemeente
lijke consort, op het behoud waarvan de Gemeente in het geheel
geen prijs stelt, dateert reeds van voor 1880.
Aan de hand van de bestaande voorschriften is het onmogelijk
dezen warwinkel van opstalhouders, bloote eigenaars en consorten
uit onze administratie te verwijderen. Hier is onze administratie
afhankelijk van het publiek, dat door het indienen van een een
zijdige eigendomsverklaring van verjaring orde in den chaos zou
kunnen stichten. Mijnheer de voorzitter, ik heb dit reeds vroeger