49
wordt verleend, zoodat het kostenbezwaar grootendeels vervalt.
De heer Haasbroek wil naar aanleiding van de opmerking van den heer
Jonas, dat wij uitsluitend registreeren, wat partijen verklaren te zijn overeen
gekomen, een voorbeeld noemen, waaruit blijkt, dat het ook wel eens anders
gaat: Omstreeks 1925 werd ter bewaring een akte van overdracht ingeleverd,
waarop een afzonderlijke akte de command zou volgen. Over deze akte ont
stonden moeilijkheden, omdat opnieuw registratierecht werd gevorderd wegens
overschrijding van den inleveringstermijn. Het proces over deze zaak heeft de
Staat verloren. Toen heeft de Minister geredeneerd: als er geen recht ver
schuldigd is, is er ook geen overdracht, en is door hem beslist, dat het perceel
weer moest worden geboekt op den ouden eigenaar.
De heer R i e t s e m a vestigt de aandacht op zijn artikelen in het Tijdschrift
over grensovereenkomsten. Volgens spreker moet het Kadaster den toestand
bevatten, die op het oogenblik van de overdracht bestaat. Daarna moeten na
buren het recht behouden mondeling grensovereenkomsten aan te gaan, waarbij
wijzigingen kunnen ontstaan, een en ander op den voet als in zijn genoemde
artikelen beschreven en waarbij dan geen akte behoeft te worden opgemaakt.
Bij latere overdrachten moeten dan de grenzen worden beschreven of moeten
maten worden overgelegd, of beide. Spreker zegt dit om zijn instemming te be
tuigen met het doel van inleider: een administratief goed Kadaster.
De heer W. Smit acht de bijhoudingskwestie belangrijk. Hierbij moet wor
den gestreefd naar onverzwakte handhaving van de bij de hermeting bereikte
nauwkeurigheid. Daarvoor is noodig: directe vastlegging aan den technischen
grondslag.
Van oppervlakteberekening met den planimeter is spreker een groot voor
stander. Directe berekening uit meetcijfers levert ook geen volmaakt juiste uit
komst. Kaarteering op groote schaal heeft nog het voordeel, dat daardoor reeds
een zekere vereffening van de meetcijfers plaats vindt.
Prof. Tienstra brengt inleider hulde voor de wijze, waarop hij inzicht heeft
gegeven van zijn werk in Amsterdam. Spreker is destijds bij die hermeting
nauw betrokken geweest, daarom heeft deze voordracht voor hem bijzondere
waarde.
Het doet spreker genoegen, dat de door inleider gevonden nauwkeurigheid
der planimeterberekeningen zoo goed overeenstemt met de in de nieuwe H.T.W.
genoemde bedragen.
Het is volgens spreker thans zaak eens te overwegen, hoe het instrument der
hermetingen op gang kan worden gebracht.
Vóór alles is echter noodig, dat we precies uitmaken, wat we eigenlijk van
het Kadaster willen. Daarover bestaat nog geen voldoende klaarheid. Inleider
heeft aan het bestuur reeds verschillende hints gegeven. Spreker wil er nog
één aan toevoegen: het ontwerpen van een doelstelling voor het Kadaster. Dan
kunnen daaraan de middelen getoetst worden, die wij hebben om dat doel te
bereiken. Hier is een taak voor K. en L.
De heer Fortuin acht het bij de bijhoudingsmetingen niet altijd mogelijk
en noodig meer direct aan te sluiten aan den meetkundigen grondslag. Men kan
de bijhouding ook zien als een voortbouwen op dezen grondslag. Spreker heeft
geen bezwaar aan te sluiten aan secundaire punten van de vroegere meting.