52
Spreker zou een klapper wenschen, waarvan ook de kadastrale en hypothecaire
boekhouding kunnen meeprofiteeren.
Spreker verzoekt het bestuur zaken, die niet uitsluitend de persoonlijke be
langen der landmeters raken, voortaan op de agenda der openbare vergadering
te plaatsen.
De Voorzitter antwoordt, dat punt k een zaak is van financieel beheer
en volgens de Statuten daarom moet worden behandeld in huishoudelijke ver
gadering.
Punt l is een zuiver interne dienstaangelegenheid, waarmee het bestuur de open
bare vergadering niet heeft willen ophouden.
Prof. Tienstra en de heer Harkink vallen den heer Van Riessen bij.
De heer O. J. Jonas geeft den heer Van Riessen in overweging zijn wenschen
betreffende den klapper kenbaar te maken in de Vereeniging van Hypotheek
bewaarders. Loopt deze er warm voor, dan kan zij haar deel verzorgen en kan
een gemeenschappelijke klapper worden uitgegeven.
De heer Van Riessen meent, dat K. en L. de zaak in handen moet hou
den, ook om de uit haar kring voortgekomen bewaarders blijven aan zich te
binden.
De Voorzitter verklaart naar aanleiding van de opmerkingen over de
agenda nog, dat het bestuur van oordeel is geweest, dat het de openbare vergade
ring niet lastig moest vallen met zaken, die niet het wetenschappelijk of maat
schappelijk doel van de vereeniging raken, maar die slechts van intern belang
voor het dienstvak zijn.
Over den klapper wil het Bestuur nog wel eens met den heer Van Riessen
praten.
De heer H o u b e n adviseert het bestuur, dat het zich tijdig in verbinding
stelt met de Vereeniging van Hypotheekbewaarders, vóór het zich bemoeit met
een zaak, die eigenlijk tot de competentie van die vereeniging behoort.
Prof. Tienstra is door het antwoord van den voorzitter niet bevredigd
en stelt een motie voor, waarin wordt betreurd, dat de punten k en l niet zijn
behandeld in openbare vergadering.
De heer Smit zou niet graag zien, dat deze motie in stemming kwam. Het
bestuur moet verklaren, dat het met de gemaakte opmerkingen rekening zal
houden.
De Voorzitter heeft daartegen geen bezwaar. De wensch van het be
stuur is om de vergaderingen zóó in te richten als de meerderheid der leden
dat wil.
Prof. Tienstra trekt zijn motie in.
De heer J o n g e d ij k wil nog een opmerking maken over den klapper. Deze
was in de eerste plaats bestemd voor den Landmeetkundigen Dienst. Laten we
nu eerst met een dergelijken klapper beginnen.
De heer Van Riessen geeft toe, dat aan zijn idee meer werk verbonden is.
De heer Smit vraagt van het bestuur de toezegging, dat het niet in overleg
zal treden met een eventueel op te richten hoofdenvereeniging, alvorens het de
eigen vereeniging heeft geraadpleegd.
De Voorzitter wil die toezegging wel geven. Wat het bestuur tot dusver
heeft gedaan, is niet anders dan spreken met eenige van onze leden.