58 Vijftig jaar geleden plantsoen, Delft. Blz. 54: R. Jonkers, Noordeinde 32, Delft. J. Loman, Hugo de Grootstraat 90, Delft. Verzoek. Ter vermijding van administratieven omslag en ter besparing van inningskosten, verzoekt de penningmeester van de Vereen, v. K. en L. leden en abonné's, het door hen verschuldigde over 1940 te voldoen vóór 1 Maart a.s. door overschrijving of storting op postrekening 202714 van de Vereen, v. K. en L. te Amsterdam. Het bedrag is voor a) gewone leden: 15.b) buiten gewone leden: ƒ7.50; c) buitengewone leden, die tevens lid zijn van de Vereen, v. Civiel-Landmeters: ƒ4.d) abonné's: 3.50. Abonné's, die het Tijdschrift over den boekhandel ontvangen, gelieven bij hun boekhandelaar te betalen. Abonné's, die gewoon of buitengewoon lid zijn van de Vereen, v. Civ.-Land- meters, zijn niets verschuldigd. Leden en abonné's in het buitenland, die niet kunnen gireeren, gelieven per postwissel te betalen aan den penningmeester, F. Jongedijh, Hofkampstraat 14, Almelo. Aan leden en abonné's in het buitenland zal de derde aflevering onder rem bours worden toegezonden, tenzij de penningmeester het verschuldigde tijdig heeft ontvangen. 22 Januari 1940. F. H. (Vervolg van jg. 1939, blz. 188.) De plaatsing van ondergrondsche piketten op een ronde maat uit een grens paal, een spijker of een keep in een schutting zijn nog veel gebruikte en niet te onderschatten hulpmiddelen in de kadastrale praktijk. Volgens Van Beurden erkent men in Limburg en Noord-Brabant nog de door den landmeter van het Kadaster aangewezen grens als de rechtsgeldige eigendomsgrens, misschien nog als overblijfsel van de vroegere van overheidswege geplaatste grenssteenen. Hij schrijft dan verder: „Zeer opmerkelijk is dan ook de teleurstelling die de land meter den Limburgschen of Brabantschen boer bereidt, door de verklaring dat in vele gevallen de kadastrale kaart niet geschikt is tot het leveren van de ge gevens voor het weer opstellen van grenzen. Men kan zich verzekerd houden, dat deze wel aan de ervarenheid van den landmeter zal gaan twijfelen, maar dat zijn vertrouwen in de waarde en rechtsgeldigheid van de kaart eerst na herhaalde ondervinding geschokt zal worden." Dat vertrouwen, dat in den tijd, dat Van Beurden zijn artikel schreef, in de gegevens van het Kadaster gesteld werd, is ook nu zeker nog niet verminderd. Ieder die de praktijk van de grensuitzet- tingen kent, weet, dat men zich in het algemeen bij de uitkomsten neerlegt. Of dit terecht of ten onrechte gebeurt, blijft hier buiten beschouwing. Er is hier misschien van een gewoonte te spreken, want de landmeter is niet degeen die twisten te beslechten heeft. Hiertegenover staat, dat de landmeter de deskundige is, en daarom wel de aangewezen persoon om in grensmoeilijkheden van tech- nischen aard op te treden. Ook wanneer geen veldwerk van de grens in quaestie in het archief aanwezig is, zal de landmeter de grens uitzetten, deze aan partijen aanwijzen en de gegevens in het archief opnemen. K1 u v e r s citeert in het Jubileumnummer van het Tijdschrift een oud-collega,

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1940 | | pagina 58