59 die zeide: Zulke grensuitzettingen moesten verboden worden." Gelukkig is de meening van dezen oud-collega niet algemeen, en meer zou het publiek gebaat zijn met een variant op art. 13 van de Wet A.B. „De landmeter die weigert een grens uit te zetten, onder voorwendsel van het stilzwijgen, de duisterheid of de onvolledigheid der kadastrale gegevens, kan vervolgd worden, uit hoofde van rechtsweigering." KI u vers zegt in het boven aangehaalde artikel: „In de be handelde gevallen verlaat de landmeter het gebied der exacte wetenschappen." Dit heeft dan betrekking op die gevallen, waarin de landmeter de grens moet uitzetten en daarbij van overwegingen uitgaat, door hem in den loop van zijn praktijk opgedaan, aan de plaatselijke gewoonten ontleend, die bij het vormen van nieuwe grenzen bestaan, en aan verklaringen van partijen. Vindt men in den klapper op de eerste vijftig jaargangen van het Tijdschrift weinig over de grensuitzettingen, in de laatste jaren is er meer over geschreven. De bijdrage van Kluvers in het Jubileumnummer steekt hun een hart onder den riem, die opzien tegen het uitzetten van grenzen, waarvan het Kadaster niet alle gegevens heeft. In dit verband moet dan zeker ook direct genoemd worden de bijdrage van Mr. J. Best in de publicaties voor het 2e Jaarlijksch Congres van de Neder- landsche Landmeetkundige Federatie: „Van Getuige-deskundige en Deskundige Rechter. Komen niet vele denkbeelden in dit artikel overeen met de praktijk van onze grensuitzettingen? en is hierin niet veel te vinden, dat motiveert als partijen in een grensgeschil met de uitzetting door den landmeter genoegen ne men? Het doel van partijen is niet steeds om de eigendomsgrens te kennen, maar om aan de quaestie een eind gemaakt te zien, zonder tot overeenstemming met den verguisden buurman te hoeven komen. Een geval uit de praktijk moge dit illustreeren. Tusschen twee huizen loopt een breede gang, die aan de eigenaren van de begrenzende huizen elk voor een deel toebehoort. Een burenruzie ontstaat en grensuitzetting wordt gevraagd. Veldwerk waarop de vorming van de grens voorkomt is niet aanwezig, maar de grens wordt uitgezet. Toen kwam een der partijen aandragen met een deur kozijn, dat vroeger voor zijn deel van de poort had gestaan, en hiermee con troleerde hij den paal, die door den landmeter was geslagen. Het klopte tot op cm. Hulde aan dezen landmeter voor de hernieuwde grondvesting van het ver trouwen, dat het Kadaster in dat dorp genoot. Het vertrouwen, dat het Kadaster geniet, steunt voor een groot deel ongetwij feld op de bewondering, die men heeft voor de mogelijkheid een eenmaal opge meten grens na verloop van tijd weer op het terrein te reconstrueeren. Wie de grensuitzettingen nader wil bezien, leze ook de artikelen van Kluvers en van Mr. Jonas in jaargang 1935 van het Tijdschrift. Waar in het eerste de vraag rijst wat als grens bij hermetingen zal worden gekaarteerd, treedt direct op den voorgrond dat bij het opmeten van nieuwe grenzen steeds moet worden overwogen, dat het mogelijk moet zijn de grens later weer uit te zetten. Aan dezen laatsten eisch, die aan goed veldwerk gesteld mag worden, is niet steeds gemakkelijk te voldoen. De omgeving van de op te meten grens kan zich zoo sterk wijzigen, dat dit bij de meting niet te voorzien was, maar in het algemeen is de overweging voldoende om voor latere onaangename verrassingen gespaard te blijven en opvolgende collega's moeilijke grensuitzettingen te besparen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1940 | | pagina 59