6
bruiker ter nauwernood of in het geheel niet en dus alleen door
den mechanicus kan worden geconstateerd, kan reeds van grooten
invloed zijn op de nauwkeurigheid der resultaten; (men)
zende het instrument ter naziening en zoo mogelijk ter verbetering
naar eenen bekwamen instrumentmaker.".
Van zelf „prutsen" aan het instrument ben ik geen voorstander.
Men denke er ook steeds aan, dat het aandraaien van een enkel
schroefje verandering van de omlooparminstellingen ten gevolge
kan hebben.
Zou het voor den kadastralen dienst, die zoo'n groot aantal
nauwkeurigheidsinstrumenten in gebruik heeft, niet het meest aan
bevelenswaardig en tenslotte het goedkoopst zijn, zelf een instru
mentmaker in dienst te nemen, die zich geheel kan specialiseeren op
deze instrumenten bij wien elk instrument om het jaar, om de twee
jaar, of welk tijdvak ook, ter revisie binnenkomt?
d. Algemeen bekend is, dat aan de volgende eischen voldaan
moet worden:
I. Lettende op de grootte van de kaarteering, neme men de
kortst mogelijke instelling van den omlooparm. De lengte van den
omlooparm en de afwikkeling van de meetrol zijn omgekeerd even
redig, dus hoe korter arm, hoe grooter afwikkeling, hoe grooter
nauwkeurigheid. Hier en daar houdt men steeds dezelfde en meest
al zelfs de grootste) instelling aan. Dit is niet bevorderlijk voor de
nauwkeurigheid; de lengte van den omlooparm is niet voor niets
variabel gemaakt.
II. De planimeter worde zoo opgesteld, dat het perceel door
den zwaartecirkel in twee ongeveer even groote stukken verdeeld
wordt. Hierdoor wordt de fout tengevolge van scheefheid van de
meetrol tenietgedaan. Deze eisch behoeft bij den compensatiepool-
planimeter dus niet gesteld te worden. De zwaartecirkel wordt door
de omloopstift of -loupe doorloopen, wanneer de hoek tusschen
omlooparm en poolarm constant 100 gr is. De omloopstift of -loupe
doorloopt den grondcirkel, wanneer de hoek, gevormd door den
omlooparm en de lijn gaande door de pool en het middelpunt
van de meetrol, constant 100 gr is. Is de meetrol zoo aangebracht,
dat de loodlijn, neergelaten uit het middelpunt van de meetrol op
den omlooparm, terechtkomt in het scharnierpunt (snijpunt van
poolarm en omlooparm), zooals het geval is bij den schijfpoolplani-
meter, dan vallen grond- en zwaartecirkel samen,