70
Meetwig
Capaciteit
van f tot
Middelbare meetfout
in van den afstand
1 100
2 m
30 m
0,2
1 250
4 m
75 m
0,3
1 500
8 m
150 m
0,5
1 1000
15 m
300 m
1,0
1 2000
30 m
600 m
2—3
De Teletop met afstandmeter en drager, bestaande uit voetstuk
met drie stelschroeven, verticale as en kipas, verticalen rand en bous-
sole (zie fig. 1), is dus een instrument voor topografisch-tachyme-
trische metingen, voor afstand-, hoogte- en richtingsmetingen, zoo
als deze noodig zijn voor topografische, geografische, cultuurtech
nische, bepaalde mijnmeetkundige en ingenieurstechnische opne
mingen.
De kijker van den afstandmeter heeft zesvoudige vergrooting en
een gezichtsveld van 7°. Hij kan van den afstandmeter afgenomen
en apart gebruikt worden, bv. voor het uitbakenen van lijnen of
voor verkenning.
De afstandmeter kan naar keuze uitgerust worden met een meet-
wig 1 100, 1 250, 1 500, 1 1000 of 1 2000. Dit geschiedt
op dezelfde wijze als het verwisselen van gekleurde glazen of voor-
zetlenzen bij een fotografietoestel. De capaciteiten en nauwkeurig
heden zijn in de volgende tabel vermeld:
Wordt de afstandmeter in de vrije hand, zonder statief (fig. 2)
gebruikt, dan moet, naar gelang van meerdere of mindere geoefend
heid, op grootere afstandsfouten gerekend worden.
De normale uitrusting van den Teletop met drager en statief
weegt slechts ongeveer 5 kg. De draaiing van het bovenste deel om
de verticale as wordt beheerscht door een wrijvingsinrichting met
klemschroef; ook voor de draaiing om de kipas is een klemschroef
aangebracht. De verticale rand geeft de elevatie (tot ca 45°) met
een schatting op ca 0,1° nauwkeurig. De doosboussole geeft het
magnetisch azimuth tot op ca 0,2°. De boven aangegeven nauwkeu
righeden voor afstand en richting kunnen ook onder niet zeer gun
stige omstandigheden bereikt worden.
Bij de afstandmeting moet men de op de onderste beeldhelft aan-