80 aan den landmeter van het Kadaster aangewezen, het perceel wordt in overeenstemming hiermee gesplitst. Daarna ontstaat strijd tusschen A en B, daar A beweert, dat frontbreedte en achterbreedte gehalveerd hadden moeten worden. Tenslotte komen zij overeen, dat de door A gewenschte lijn de eigendomsgrens zal zijn.Deze overeenkomst is een dading, welke in dit geval zuiver declaratief is. Toch laten A en B de akte, waarbo ven de naam grensregeling prijkt, terwille van de kadastrale tenaam stelling overschrijven. Nadat de grenspalen verplaatst zijn, volgt de ambtshalve opme ting. Het is wel duidelijk, dat de toepassing niet door middel van redresplan zonder vernummering kan geschieden. De kaart gaf een juiste afbeelding van het kadastrale perceel, slechts blijkt achteraf, dat het onjuist geweest is perceel 301 geheel op naam van A en perceel 302 geheel op naam van B te stellen. Daar de grens van de kadastrale perceelen op het terrein verandert, dienen deze in ieder geval vernummerd te worden; de vraag is alleen of de verwijzing (evenals bij aanwas geschiedt) ter wille van de hypothecaire boek houding achterwege moet blijven. De eerste staat n° 75, waarbij n° 210 gesplitst wordt in de nos 301 en 302, heeft tengevolge, dat bij de hypothecaire boekhouding aangenomen wordt, dat de inschrijving 400/63 op het perceel n° 302 rust. Zooals hiervoor is uiteengezet, zal, indien de perceelen 311 en 312 uit de nos 301 en 302 verwezen worden, de hypotheekbewaar der aan het publiek mededeelen, dat op perceel n° 311, voorzoover afkomstig van oud n° 302, de inschrijving 400/63 rust. Deze mededeeling is niet juist, want zij berust op de veronder stelling, dat de grens tusschen de nos 301 en 302 de grens was van den bij akte 810/105 gekochten grond (zie de omschrijving in hy potheekakte en borderel) en deze lijn blijkt achteraf de grens niet te zijn. Hoe de hypothecaire toestand werkelijk is, valt niet uit te maken, daar de hypotheekhouder niet bij de dading heeft medegewerkt. Daar A in zeer vele gevallen een bewijs van onbezwaarheid van het perceel n° 311 noodig heeft, zal het voor hem het beste zijn, in dien de bij de grensregeling vastgestelde lijn als hypotheekgrens wordt aangenomen. Indien de hypotheekhouder verklaart hiertegen geen bezwaren

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1940 | | pagina 80