81 te hebben of indien de notaris, die de hypotheekakte maakte, dit namens hem verklaart, {mits in dit laatste geval vaststaat, dat de hypotheekhouder niet benadeeld wordt), zal deze aanname in den regel geen moeilijkheden opleveren. Voor de hypothecaire boekhouding volgt hieruit, dat n° 311 alleen uit n° 301 en n° 312 alleen uit n° 302 verwezen kan worden. (Precies hetzelfde resultaat was verkregen, indien de splitsing van het perceel n° 210 was geschied, nadat de akte van dading over geschreven was. Het perceel 210 zou dan dadelijk volgens de bij de grensregeling vastgestelde lijn gesplitst zijn, waarna bij de hypo thecaire boekhouding aangenomen zou zijn, dat de inschrijving 400/ 63 alleen op het oostelijke perceel rustte.) Indien A en B te goeder trouw zijn, en de bovengenoemde ver klaringen zijn afgelegd, zal de methode wel vernummeren, maar niet verwijzen, gevolgd kunnen worden. Geval 2. Zie fig. 3 en 4. Het perceel n° 94 is een tiental jaren geleden als gevolg van een verkoop gesplitst in de nos 123 en 124. De nieuwe 124 b e grens ab was toen door palen aangegeven, welke door A, eigenaar van het resteerende gedeelte van n° 94, en door B, kooper van het oostelijke gedeelte van n° 94 aan den landmeter van het Kadaster zijn aangewezen. Deze lijn stemt overeen met de omschrijving in de akte, terwijl de frontbreedte van n° 124 gelijk is aan de minimum- c a Fig. 3 Fig. 4

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1940 | | pagina 81