82 maat, die door de bouwverordening is voorgeschreven. B verleent hypotheek op perceel n° 124, die ingeschreven wordt in deel 211/164. Eenige jaren later, nadat de palen intusschen verdwenen zijn, plaatst A de schutting ce. Hierdoor ontstaat een geschil tusschen A en B. Dit wordt beëindigd door het opmaken van een akte van grensregeling, waarin partijen verklaren, dat de eigendomsgrens het midden van de gemeenschappelijke schutting zal zijn. Deze grensregeling verschilt principieel van die van geval 1. Toen was de eigendomsgrens zelf onzeker; nu staat deze vast: ze is de lijn ab. Het feit, dat deze lijn op het terrein niet zichtbaar is, verandert daaraan niets. Toch is dit een dading, want er is een geschil tusschen partijen, waaraan een einde wordt gemaakt tegen „belofte eener zaak (art. 1888 B.W.). De „belofte eener zaak" bestaat in dit geval hierin, dat A zich verbindt aan B over te dragen: alle rechten op den grond gelegen ten Oosten van de lijn ce en dat B zich verbindt aan A over te dragen: alle rechten op den grond gelegen ten Westen van de lijn ce. Nu is in ons recht de verbintenis om over te dragen niet vol doende om den eigendom te doen overgaan, daarvoor is levering noodig. Dit geschiedt door overschrijving van de akte in de open bare registers. De dading is ten aanzien van de driehoeken a c d en b d e niet declaratief maar translatief Uit art. 1209 2e lid (De goederen blijven met het recht van hy potheek belast, in welke handen dezelve ook overgaan) volgt, dat de levering geen invloed heeft op het recht van hypotheek, zoodat de lijn ab de grens daarvan blijft. Indien men (naar mijn meening ten onrechte) mocht aannemen, dat de dading in dit geval toch declaratief is, zou de onveranderlijk heid van de grens van het recht van hypotheek volgen uit art. 1894 B.W.: „Dadingen door een der belanghebbenden aangegaan, ver binden de overige belanghebbenden niet, en kunnen door hen niet worden ingeroepen". Wij hebben hier dus het geval, dat in de inleiding behandeld is. Bij vernummering zonder verwijzing zou aan het publiek worden medegedeeld, dat op perceel n° 291 geen inschrijving en dus geen hypotheek rust. Dit is in strijd met de werkelijkheid, daar driehoek

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1940 | | pagina 82