a b 83 b d e wel bezwaard is. Daar driehoek b d e wegens de frontbreedte van veel beteekenis is voor den hypothecairen crediteur van B of een eventueelen kooper van perceel n° 291, is reeds uiteengezet, dat de onjuiste inlichting ernstige gevolgen zou kunnen hebben, zoodat vernummeren zonder verwijzing hier niet toegelaten is. In dit geval dus vernummeren en verwijzen. Geval 3. Fig. 5 en 6. Op het terrein is een kromme sloot, die door beide partijen sinds onheuglijke jaren als de eigendomsgrens wordt be schouwd en dit door verjaring geworden is. Fig. 5 Fig. 6 De eigenaren A en B komen overeen om de sloot te dempen en een rechte grens daarvoor in de plaats te stellen. Nadat dit geschied is, maken zij een akte op, die zij laten overschrijven. Hierin staat, dat A en B, in den kadastralen legger bekend als eigenaren respec tievelijk van het perceel n° 371 en het perceel n° 372, zijn overeen gekomen, dat de grens tusschen hun eigendommen gevormd zal worden door de verbindingslijn van de op het terrein geplaatste steenen palen. Juridisch is dit een ruiling. Op perceel n° 372 rust de inschrijving 401/18, die 2 jaar geleden genomen is. Bij de ambtshalve kadastrale opmeting blijkt de sloot niet meer te zien te zijn; wel volgt uit de plaats van de steenen palen en de

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1940 | | pagina 83