105
Literatuuroverzicht.
1. Boekbeoordeelingen.
in verband met den toegenomen handel in onroerende goederen in het hypotheek-
bedrijf is waar te nemen.
De daling in aantal en bedrag der doorhalingen is in 1940 vrijwel tot stilstand
gekomen.
Het bedrag der nieuwe inschrijvingen was van 1931 tot en met 1933 394 mil-
lioen hooger dan het bedrag der doorhalingen, terwijl van 1934 tot en met 1940
tot een bedrag van ƒ517 millioen meer werd doorgehaald dan ingeschreven,
zoodat per saldo het bedrag der openstaande inschrijvingen in dit tienjarig tijd
vak met 123 millioen daalde.
De kleine stijging van den rentevoet in 1939 heeft zich onder invloed van de
abnormale toestanden in 1940 krachtig voortgezet. De gemiddelde hypotheek
rente bedroeg over 1940 4,38 F. H.
G. Fikkert's Jaarboek voor Notariaat en Registratie voor het
jaar 1941. 311 blz., 18 X 25 cm. Van Gorcum Co, Assen. 1941.
Begin Mei verscheen de uitgave van dit bekende werk in vorm, inhoud en
keurige verzorging gelijk aan zijn voorgangers. Nieuw opgenomen zijn de 11
Provinciale Pachtbureaux met het correspondentieadres.
De geheel veranderde samenstelling van den Belastingdienst kan men in dit
werk vinden. Een en ander maakt het begrijpelijk, dat het verschijnen van dezen
uitvoerigen betrouwbaren gids en raadgever eenigermate is vertraagd.
Mr P. A. van der Drift. Volkshuisvesting. Deel I. Algemeen
exposé. XI 269 blz., 16 X 24 cm. N. Samson N.V., Alphen aan
den Rijn, 1939, 5.50 geb.
Mr J. Kruseman. De Volkshuisvesting onder De Woningwet.
Geschiedkundig overzicht en herinneringen. IX 348 blz., 16 X
25 cm. H. D. Tjeenk Willink Zoon N.V., Haarlem, 1940,
5.25 ing.
Beide werken zijn aangeschaft voor de bibliotheek.
Het eerste is in zeer levendigen stijl geschreven en behandelt vrijwel de ge-
heele Woningwet. Op tal van plaatsen blijkt de S. op verbeteringen bedacht,
die blijkens het rapport van de Staatscommissie-Woningwet geen slecht onthaal
hebben gevonden. Ook de stedelijke ruilverkaveling wordt niet vergeten.
Het tweede werk, niet minder leesbaar, schoon geheel anders van stijl en taal,
bestrijkt ook alle instituten van de Woningwet en is evenmin karig met kritische
opmerkingen; geeft echter daarnaast veel geschiedenis der 40 jaren, dat de wet
werkte, met vele staatjes over aantallen woningen, nieuwe gebouwen, onbe
woonbaar verklaarde huizen e.d.m.
Beide werken bevatten den tekst van de wet, het eerste wijdt ongeveer 50
bladzijden aan wet, besluit en tal van circulaires.