121 x 'v y(y b yJ xt ya yb x\ y\ o c. Het bipolaire (richtings-)systeem. Een van de punten, b.v. punt C is oneigenlijk punt. De zijden A C en B C van den gronddriehoek zijn evenwijdig (figuur 3). In de figuur zijn de hoeken bij A en B als recht aangenomen en is het punt E zoodanig gekozen, dat ex e2 e3. A Fig. 3. Men kan, zoo men wil, ook het meer algemeene geval beschouwen: .4 willekeurig; ligging van E willekeurig; veel zin voor praktisch gebruik schijnt dit echter niet te hebben. In het geval van figuur 3 heeft men, omdat e1 e2 e3 is, t' w l\ I2 vj c, h k ls j 1 cotg /3 cotg <x 1. (26) Hieruit blijkt de beteekenis van de coördinaten. Laten xa, ya en xö, yb de rechthoekige coördinaten van A en B zijn. Noemt men het argument van de rechte AB cp (in landmeet kundigen zin), dan is x. x -dtg cp. y> - ya Voor een punt x, y van de rechte A C is dan, omdat AC recht is, X± tg 90°) - cotg,p - 9 - y, zoodat de vergelijking van de rechte A C in rechthoekige coördinaten voor-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1941 | | pagina 123