140
Alle perceelen verkrijgen een doelmatigen vorm, voldoende afmetingen
voor de goede exploitatie en zijn gelegen aan goede wegen, terwijl de
afwatering afdoende is verzekerd. Overtollige greppels, slooten en wegen
verdwijnen, holle wegen zooals we die vooral in Zuid-Limburg kennen,
worden opgevuld, welke maatregelen soms nog een landwinst ten ge
volge hebben, welke een belangrijk deel vormt van de oppervlakte grond,
noodig voor de nieuwe wegen en waterloopen. De eigendomsgrenzen en
-rechten zijn nauwkeurig vastgelegd en verzekerd, terwijl de credietwaar-
digheid belangrijk toeneemt.
Door samenvoeging van de verspreid liggende tot één bedrijf behoo-
rende perceelen verkrijgt men een belangrijk snellere, betere en goed-
koopere exploitatie.
Deze verbeteringen hebben door vermeerdering van het cultuurland en
door het beter gebruik van het bestaande cultuurland, een vermeerdering
van de bruto-opbrengst, een vermindering van de productiekosten en
daardoor een stijging van de netto-opbrengst ten gevolge.
Voordat ik U het een en ander meedeel over de verhooging van deze
opbrengsten, welke het gevolg van de uitgevoerde ruilverkavelingen zijn
geweest, lijkt het mij wel van belang, nu we in ons land ruim 16 jaren
ruilverkavelingspraktijk achter den rug hebben, de evolutie in de wijze
van uitvoering na te gaan. Duidelijk blijkt dan, dat het begrip ruilverkave
ling thans veel meer omvat dan in 1925.
Aanvankelijk werden alleen de aan één eigenaar toebehoorende per
ceelen tot goede kavels samengevoegd, terwijl eenvoudige landwegen
werden aangelegd en de afwatering werd verbeterd; de eigenaren moesten
dan, wanneer zij dat wilden, zelf de noodige kavelslooten graven. Dit
had echter ten gevolge, dat dit meestal achterwege werd gelaten en
overal afheiningen van den meest verschillenden vorm werden aange
bracht, waardoor niet alleen de detailontwatering ongunstig werd beïn
vloed, maar waardoor ook een minder goed geheel werd verkregen. Ook
de aanleg van landwegen, hoewel om der kosten wille niet tot verharding
was overgegaan, voldeed niet ten volle. Na enkele jaren bleek dan ook
reeds, dat men een stap verder moest gaan en dat o.a. ook de aanleg van
de kavelslooten tegelijk met de ruilverkaveling diende te geschieden, wilde
men beter van de ontwatering profiteeren.
Wel is waar heeft deze regeling ook eenig bezwaar wanneer een eige
naar, die grond in de ruilverkaveling heeft, later een naastgelegen per
ceel aankoopt, maar dit bezwaar weegt niet op tegen het voordeel van
een betere ontwatering.
Een volgende stap was de aanleg van verharde wegen. Wel is waar
vraagt dit belangrijke uitgaven, maar men verkrijgt een aanmerkelijke
besparing aan trekkracht, terwijl het groote voordeel gelegen is in het
te allen tijde bereikbaar zijn van de perceelen, hetgeen een intensieve
exploitatie in sterke mate in de hand werkt.
Van niet minder groot belang is de sinds enkele jaren bij de ruilver
kavelingen, welke daarvoor in aanmerking komen, toegepaste ontginning
en herontginning van de nieuwe perceelen, het dichten van overtollige
slooten, het egaliseeren van ongelijkmatig gelegen perceelen, enz. Vooral
de tegelijk met de ruilverkaveling uitgevoerde ontginning heeft tengevolge,
dat deze op een veel betere en rationeeler wijze kan plaatsvinden, dan