143
Werkverruiming, blijkt, wordt door de aanwinst van 10 ha cultuurgrond
een directe woon- en werkgelegenheid geschapen voor 8 personen. Daar
door wordt 1000 per ha bijgedragen aan ons bruto volksinkomen, ter
wijl bovendien 2000 in omloop wordt gebracht voor zaaizaad, pootgoed,
meststoffen, veevoer, enz.
Met deze ontginning c.q. herontginning gaat tevens gepaard een be
langrijke verhooging van de opbrengst van dergelijke gronden, hetgeen
van groote economische beteekenis is. Om dit met enkele cijfers te
illustreer en, wil ik U de resultaten meedeelen van een der na de ruilver
kaveling gestichte weidebedrijven in de ruilverkaveling Nieuw-Leusen.
Het bedoelde bedrijf is ruim 33 ha groot en geheel als grasland in ge
bruik. De veebezetting bestaat in normale tijden uit ca 33 melkkoeien en
27 stuks ander vee, jongvee en paarden en enkele varkens. De jaarlijksche
melkproductie bedraagt ca 100000 kg melk met een vetgehalte van 3,49
hetgeen met de vee-afzet een bruto opbrengst van 7000 a ƒ8000 per
jaar oplevert. Voor bemesting is per jaar noodig 255 balen kunstmest, ter
wijl ca 12000 kg stroo en 30000 kg krachtvoer wordt aangekocht. Vroeger
konden deze gronden uitsluitend als wild hooiland worden gebruikt en
leverden dan een zeer wisselvalligen oogst van blauw-grashooi op, terwijl
het herhaaldelijk voorkwam, dat de pachters ten gevolge van waterschade
aan het gepachte gras vermindering of kwijtschelding van hooilandspacht
kregen.
Voor de verkaveling bedroegen de koopprijzen 200 a ƒ300 per ha,
terwijl deze thans varieeren van 800—1000 en meer per ha. Kortge
leden is nog een complex van 10 ha publiek verkocht voor 11.925,—,
terwijl de pachtprijzen soms meer dan f120 a 150 per ha bedragen.
Voor in het gebied gelegen boerderijen bedragen de pachtprijzen 60—
85.
De ruilverkavelingskosten bedroegen indertijd gemiddeld ƒ88,50 per
ha. Niet alleen de grootere eigenaren profiteeren van de ruilverkaveling,
maar ook de kleinere en ik meen niet te veel te zeggen, als ik beweer!
dat voor hen in het algemeen het nut en de resultaten nog grooter zijn
dan van de eerste categorie en dat de ruilverkaveling de mogelijkheid
biedt tot instandhouding van een welvarenden kleinen boerenstand.
Uit deze cijfers moge U duidelijk zijn geworden, hoe groot de be
teekenis is van deze ruilverkaveling. Ook van de andere verkavelingen
zijn de resultaten zonder uitzondering zeer goed. Voor de Havelter Made,
ter grootte van ca 370 ha, moge U dit weer uit enkele cijfers duidelijk
worden. Vóór de verkaveling brachten deze gronden in de jaren 1922—
1927 als hooiland een pacht op van ca 55 per ha, terwijl de pacht
prijs van een naweiderecht 712 bedroeg. Op deze gronden rustten
nl. 176 zgn. naweiden. Thans bedragen de pachtprijzen 80 per ha,
terwijl enkele gedeelten 95 per ha opbrengen.
Op een in deze ruilverkaveling gesticht bedrijf, ter grootte van ca 19
ha, worden bij matige tot geringe bijvoedering met krachtvoer 18 stuks
melkvee en 12 stuks jongvee, 2 stieren, 10—20 kalveren, 2 paarden en
ca 14 schapen gehouden. Rekent men per stuk melkvee een opbrengst van
3500 kg melk, hetgeen zeker niet aan den hoogen kant is, dan is dat dus
alleen voor dit bedrijf een jaarproductie aan melk van ca 63000 kg.
Daarbij komt nog de opbrengst van den afzet van vee. De ruilverkave-