VERSCHILLENDE ONDER WERPEN.
Grondverbetering.
149
Openbare Werken, Bouw- en Woningtoezicht en Woningdienst, was het juist
tien jaren geleden, dat het eerste nummer van dit maandblad werd verzonden.
Dit feit was aanleiding om het Juninummer als jubileumaflevering te doen ver
schijnen en daarin o.a. een overzicht te geven, verlucht met een aantal foto's,
van het vele, dat in de afgeloopen tien jaren op het gebied van „Publieke Wer
ken" is tot stand gekomen. Dit maandblad heeft dezelfde taak als het Tijdschrift
voor Kadaster en Landmeetkunde, zij het op ander gebied, nl. zooals de voorzitter
van de Vereeniging van Directeuren van Gemeentewerken het uitdrukt: „in woord
en beeld getuigenis af te leggen van den arbeid, waaraan wij ons leven hebben
gewijd en den collega's in staat te stellen, het eigen inzicht te toetsen en de vak
kennis te vermeerderen". De door beide tijdschriften bestreken gebieden hebben
eenige aanrakingspunten; het is dan ook zeer toe te juichen, dat er tusschen de
redacties een ruilabonnement bestaat, dat niet anders dan bevorderlijk kan zijn
voor een juiste waardeering van elkanders werkzaamheden.
Moge Publieke Wecken nog zeer vele decennia beleven! F. H.
H. van den Berg, Landmeter van het kadaster, Zwolle
Landhonger is wel een van de meest op den voorgrond tredende euve
len van ons steeds dichter bevolkt wordende landje. Vandaar dat zich
bij het zoeken naar wegen voor het oplossen van het werkloosheidspro
bleem al spoedig het idee: verhooging van de productiemogelijkheid van
den bodem, sterk heeft ontwikkeld.
Niet alleen worden door grondverbeteringswerkzaamheden duurzame
bedrijfsobjecten verschaft aan den boerenstand, bovendien geven zij aan
velen directen arbeid. Duizenden werklieden uit de steden trekken naar
eenzame gebieden om, soms onafzienbare, vlakten in vruchtbaren cul
tuurgrond om te zetten.
Van groot belang hiervoor is geweest de wijziging van de onteigenings
wet van 6 Mei 1921, Staatsblad 711. Aan de onteigeningswet is toen een
zevende titel toegevoegd over onteigening tot het verhoogen van de
opbrengst van gronden en ten behoeve van daarmede in verband staande
werken ter verbetering van waterloozing en van watervoorziening van
gronden.
Art. 122 bepaalt, dat zonder voorafgaande verklaring bij de wet, dat
het algemeen nut de onteigening vordert, in het belang van de volkswel
vaart onteigening kan plaats vinden tot het verhoogen van de opbrengst
van gronden. De memorie van toelichting op dit artikel spreekt van
moeilijkheden, welke bij de voedselvoorziening zijn ondervonden en de
wenschelijkheid het voortbrengingsvermogen van Nederlands bodem hoo-
ger op te voeren. Er wordt op gewezen, dat niet minder dan 15
van de oppervlakte van het land, een uitgestrektheid dus grooter dan die
van de provincie Gelderland, voor een groot deel bestaat uit voor ont
ginning in aanmerking komende heidevelden, terwijl verder de toestand