152
„Op het oogenblik (Dec. 1938) hebben de Staatsdomeinen in de vier
noordelijke proviciën ongeveer 11170 ha in eigendom, waarvan ruim
4100 ha is verpacht, op welke laatste oppervlakte thans 139 boerderijen
van gemiddeld 25 ha voorkomen. Verder 57 arbeiderswoningen en kleine
boerderijen met gemiddeld 7 ha land, terwijl ruim 200 ha is verpacht als
los land. De totale pachtprijs van de thans verpachte gronden bedraagt
ruim ƒ211.000.— per jaar. De gronden liggen verspreid over alle hoeken
van de noordelijke provinciën. De meening is, dat er tenslotte moet wor
den gestreefd naar het weder terugbrengen van de door den Staat aan
gekochte en ontgonnen terreinen in particuliere handen. Dit geschiedt
echter eerst dan wanneer door de overheid is gezorgd voor een goede
kolonisatie, boerderijenbouw, electrificatie, watervoorziening, enz. Al
vorens na de ontginning tot uitgifte van de gronden wordt overgegaan,
worden deze, teneinde voor kooper of pachter het risico op de nieuwe
gronden zooveel mogelijk te beperken, eerst gedurende een bepaalden
tijd zelf geëxploiteerd. Daarna wordt overwogen waar en van welk type
er boerderijen moeten worden gebouwd. In de grootere complexen wordt
verder nog aandacht geschonken aan het vormen van dorpskernen. Dit
geschiedde b.v. in het complex „Het Witteveen" nabij Westerbork (Dr.)
ter grootte van ca 1800 ha, in welk gebied thans reeds bijna 100 gezin
nen zich vestigden.
„De bedoeling is nu, dat deze door den Staat gestichte boerderijen een
voorbeeld zullen zijn voor de geheele omgeving. Ook op het gebied der
verpachtingen wil men voorbeeldgevend te werk gaan. Dat wil echter
niet zeggen, dat er genoegen wordt genomen met te lage pachten, inte
gendeel, eerder worden de pachten naar boven afgerond; omdat men van
oordeel is, dat te lage bedragen aanleiding geven tot achterlijke land-
bouwtoestanden. Bij de geheele verpachtingspolitiek wordt er naar ge
streefd, de pachters zooveel mogelijk zelfstandig te maken, terwijl bij
eventueelen verkoop steeds aan den zittenden pachter de voorkeur wordt
gegeven. De bedoeling is, dat op den duur, zoodra de zittende pachters
daartoe financieel in staat zullen zijn, de door hen bewoonde boerde
rijen ook hun eigendom zullen worden. De mogelijkheid bestaat zelfs, dat
hun voor dezen aankoop een Staatshypotheek wordt verstrekt. Er wordt
dus niet gestreefd naar een verkoop aan geldbeleggers, doch uitsluitend
aan de pachters.
„Dit heeft tot gevolg gehad, dat over het algemeen de Staat wordt
beschouwd als een aantrekkelijk verpachter, zoodat de liefhebberij voor
de te verpachten boerderijen steeds zeer groot is. Onder de reflectanten
voor een bepaalde boerderij wordt nu een zeer ver doorgevoerde se
lectie toegepast, omdat men alleen aan hen wil verpachten, die blijk
hebben gegeven met den tijd te willen meegaan, die voelen voor een
behoorlijke bedrijfsvorming, landbouwonderwijs hebben genoten, veever
betering doelmatig beoefenen, melkcontröle niet verwaarloozen, aan tu
berculosebestrijding onder het rundvee meedoen, enz. Met een dergelijke
selectie hoopt men te bereiken, dat een pachtersstand wordt gevormd,
welke een voorbeeld zal kunnen zijn voor het omliggende gebied. Van
deze pachters zal dan een invloed ten goede uitgaan op de geheele streek
en dat niet alleen op landbouwgebied, doch evenzeer op maatschappelijk
terrein.