176
De acte van inbreng behoeft de goedkeuring van de rechtbank.
9. Erfdienstbaarheden die bestaan hebben tusschen de ingebrachte
eigendommen worden opgeheven.
In stede daarvan kunnen nieuwe worden gevestigd of wel buurt
wegen te land of te water worden aangewezen, waarvan de be
stemming al of niet beperkt kan worden tot het uitsluitend recht der
ingeschrevenen.
Tot ingesloten eigendommen moeten toegangswegen worden aange
wezen zonder benadeeling van de betrokken eigenaren.
Een en ander moet in de acte van inbreng worden opgenomen.
10. Binnen vijf jaren na de sluiting van den inbreng kan door belang
hebbenden of door de volmachten1in het volgende artikel bedoeld,
alsnog voor de rechtbank een inbreng worden gevorderd, of een ver
nietiging worden gevraagd.
De door de rechtbank bevolen wijzigingen doet zij in de acte van
inbreng bijschrijven. De rechtbank kan ook het opmaken van een
nieuwe acte bevelen.
11De eigendommen in de gezamende hand worden bestuurd door uit
en door de inbrengers gekozen volmachten, gekozen volgens voor
ieder geval afzonderlijk te bepalen voorschriften.
12. Het ontwerp voorschrift voor het verkiezen van volmachten behoeft
de goedkeuring van de rechtbank.
13. De gesloten acte van inbreng moet gelijktijdig met het (ontwerp)
voorschrift voor het verkiezen van volmachten aan de rechtbank
worden overgelegd.
14. De rechtbank doet na goedkeuring het voorschrift voor het verkie
zen der volmachten aan de acte van inbreng bijschrijven.
Op bevelschrift van de rechtbank worden beide ter uitvoering in
handen gesteld van een door de rechtbank te benoemen drieman
schap.
De rechtbank benoemt van dit driemanschap den voorzitter, die met
zijn medeleden in de oprichtingsvergadering de volmachten doet
verkiezen en de ter eerste vergadering betwiste aanmeldingen en in
brengen tot onderzoek naar de rechtbank verwijst.
15. De gemachtigden zijn verantwoordelijk voor het zichtbaar instand
houden van de eigendomsgrenzen en voor een zoodanige uitoefening
van rechten, dat het bezit des eigendoms ongeschonden blijft.
16. De inbreng in de gezamende hand van oppervlakten aan land of
water, waarvan geen eigenaren bekend zijn, geschiedt ten name van
de volmachten.
Indien binnen vijf jaren na de sluiting van de acte van inbreng zich
geen rechthebbenden op die oppervlakten aanmelden, worden de
daaruit voortgekomen aandeelen in het gemeene eigendom op de
vergadering van de inbrengers ten overstaan van een notaris aan
den meestbiedende der inbrengers verkocht.
1Oit woord is gekozen, omdat het gemakkelijk in de taal ligt; vergelijk
„staatsraad", „gezworene".