193
Nog vóór deze bewerkingen voltooid waren, werden de gegevens voor
de as uitzetting berekend en vond deze voor het eerste asgedeelte reeds
op het terrein plaats, waarna begonnen kon worden met de detailmeting
en de kaarteering van een strook, die nu van een minimale breedte kon
zijn.
Want het spreekt vanzelf, dat voor de detailleering der kunstwerken,
en voor de grootteberekening der perceelen toch kaarten op schaal 1
1000 noodig zijn, waarop nu echter niet meer of nagenoeg geen rekening
behoeft te worden gehouden met eventueele aswijzigingen.
Door de genoemde werkzaamheden elkaar in sterke mate te laten
overlappen, was het mogelijk, gedurende eenigen tijd 10 meetploegen
tegelijkertijd aan dit spoedeischende werk te werk te stellen; het kostte
alleen een aantal telefoontjes en briefjes, om de organisatie zonder ha
pering in stand te houden.
Daar de onteigening plaats vindt volgens het Algemeen Vorderings-
besluit 1940, waardoor de vroegere onteigeningsprocedure is komen te
vervallen, kon onmiddellijk na de vordering van de betrokken gronden
met den wegaanleg worden begonnen, zoodat hieraan de grensafpaling
niet behoefde vooraf te gaan. Althans voor een gedeelte zal deze eerst
plaats vinden, wanneer de weg gereed is.
3. Tijdens de opmeting van een wegtracé ontving ik van den betrok
ken landmeter het verzoek, om de kaarteering te doen uitvoeren op
blanco kadastraal kaartenmaterieel.
Zijn bedoeling was, deze kaarteering t.z.t. uit te breiden met eigen
metingen, waardoor een aantal hermeten kadasterkaarten zou ontstaan.
Het spreekt vanzelf, dat gaarne met dit voorstel werd ingestemd. De
objecten, welke als alleen van belang voor den R.W. op de situa
tiecalques moesten voorkomen, werden op de kaarten in potlood ge-
kaarteerd en vóór de aflevering daarvan weggegumd.
4. Ook de fotogrammetrische kaarteering, welke sedert den zomer
van 1932 op het Rijkswegenplan toepassing vindt, is als een afwijking
op den regel te beschouwen, omdat zij aanvankelijk niet werd voorzien.
Vooral in den beginne werden tegen deze kaarteeringsmethode nogal
eens bezwaren van kadastrale zijde vernomen. Ik zal op deze bezwaren
thans niet ingaan, omdat de belangrijkste er van zijn genoemd en weer
legd op blz. 14 en 15 van de „Aanvullingen", terwijl zij eveneens zijn
besproken door den heer H. Sanders in zijn lezing, in 1935 gehouden
te Utrecht voor de Ned. Vereen, voor Fotogrammetrie.
Zijn indruk, „dat men bij gebrek aan veldwerk de fotogramme
trische kaarten moet slikken, zonder te proeven", zal wel reden van be
staan houden, zoolang de fotogrammetrie toepassing vindt. Evenwel
knoop ik hieraan gaarne den wensch vast, dat naarmate deze kaar
teeringsmethode is en wordt geperfectionneerd de eetlust al etende
moge worden opgewekt.
Wij zelf hebben ons wel eens zorgen gemaakt over de nauwkeurig
heid voor kadastrale doeleinden van de fotogrammetrische kaarten, voor
al toen we daarmede nog in het experimenteele stadium verkeerden.
Doch sedert een landmeter mij verklaarde, „dat de slechtste fotogram-