205 Stel daarvoor dat z Zo A Zo V z{ (1) waarin z0 is de aangenomen hoek van het astrolabiumprisma (b.v. 60°), A z0 is de onbekende refractiehoek plus het verschil van aangenomen en werkelijken hoek van het prisma en v z- een toevallige fout, veroorzaakt door onregelmatigheden in de refractie en waarnemingsfouten, T.= t.+ „t. (2) waarin t- is de ware chronometertijd, f de afgelezen tijd en v f een toevallige fout, veroorzaakt door onregelmatigen gang van het uurwerk tusschen de waarnemingen en afleesfouten. Wanneer men verder invoert voorloopige waarden voor de breedte (950) en den stand van den chronometer A to en wel zoo, dat tusschen de ware breedte cp en den waren chronometerstand A f en de voorloopige waarden de betrekkingen 9 <Po d <p (3) Af=Af0 c/Af (4) bestaan, dan kan men uit cos z. sin 9?0 sin S- cos ep0 cos ^cos 15 (t. A t0 (5) een voorloopige waarde z- berekenen en deze gebruiken voor den bekenden term d, zi zo (6) in de foutenvergelijking. De foutenvergelijking is in eerste instantie, en met gebruikmaking van 1, 2, 3, 4 en 6, te schrijven als: cos jz. (A z0 di v zj sin (<p0 ~h d <p) sin Sf. cos (<p0 d<p) cos S,cos 15 j (f -j- A t0 -f- (d A t v t.) f hetgeen door ontwikkeling tot en met de eerste machten van (A Zo dt - v zj, d rp, (d A t -f- v f en met behulp van 5 en de formules sin zi cos Ai cos <p0 sin S( sin <p0 cos S- cos 15 (f-f Af0 a), sin Z-sin A. cos S£sin 15 tAf0- cc) overgaat in A zo d.~ vz.= - cos A, d<p 15 cos (p0 sin A^dAt+vt) (7) Hierin is Ai het azimuth van ster i op tijdstip t.; den cp0 zijn bekende termen; de onbekenden zijn Az0, dep en dAt; de toevallige fouten zijn v zt en v t{. Wij stellen gemakshalve 15 cos cpo d A t x d<p y en v z.— 15 cos <p0 sin A. v t( V. (8)

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1941 | | pagina 207