20
Moeten zakelijke rechten als hypotheken en servituten overgaan
op de nieuwe kavels of moeten ze worden geregeld c.q. afgekocht?
Waarbij dan ook nog gedacht moet worden aan de rechten van
de huurders of pachters, die moeten worden geregeld.
Waarschijnlijk zijn we met bovenstaande opsomming niet vol
ledig, maar er kan gereedelijk uit worden geconcludeerd, dat het
vraagstuk een groot aantal moeilijkheden bij de oplossing biedt. Nu
is het wel niet voor bestrijding vatbaar als men poneert de stel
ling, dat het te bereiken doel voor de betrokkenen en de gemeen
schap van groot belang is. Immers men verkrijgt dan goedgelegen
en -gevormde terreinen, waarop gebouwd kan worden met inacht
neming van alle regelen, die het doelmatige, gezonde en aesthetische
bouwen maar kan stellen.
Echter ten slotte komt de grond in handen van duizenden eige
naren, die geenerlei band bindt aan den grond, zooals die er lag
alvorens ruilverkaveling werd toegepast.
Welk een verschil met de landelijke ruilverkaveling, die geheel
wordt gedragen door de prachtige grondgedachte:
de boer, verkleefd aan den grond zijner vaderen, waarop hij is
opgegroeid, dien hij misschien zelf heeft ontgonnen, vruchtbaar
der gemaakt, blijft boer op dezelfde plaats: de ruilverkaveling geeft
hem alleen grond, die economisch vele malen beter door hem kan
worden bewerkt, tot heil van den boer zelf en tot zegen van de
gemeenschap. (Zie ook dit tijdschrift 1904/124 Hoffmann.)
Dit prachtige doel kan niet worden bereikt langs den weg, dien
de ontginningsmaatschappijen bewandelen (grond koopen c.q. ont
eigenen, verbeteren en goed verkavelen en dan weer verkoopen).
Bij dien gang van zaken worden onherroepelijk een aantal boeren
uitgeschakeld en uit hun bedrijven gestooten, wat alleen door de
wettelijke agrarische ruilverkaveling kan worden voorkomen. Waar
het einddoel van de stadsuitbreiding is een zoo groot mogelijk aan
tal menschen, van heinde en ver gekomen, aan goede, niet te dure
bouwterreinen te helpen, rijst de vraag, of het verantwoord mag
heeten te streven naar een wettelijke procedure voor de stedelijke
ruilverkavelingen, die zoo tal van groote moeilijkheden bij de uit
voering zal medebrengen. Dit zou ongetwijfeld noodig zijn als dit
doel op een andere wijze niet zou zijn te bereiken.
Echter onze Woningwet geeft aan de Overheid tal van midde-