RECHT EN AD MI NISTRA TIE. Stedelijke Ruilverkaveling. Mr. J. H. Jonas, Hypotheekbewaarder te Zutphen De gedachte ontwikkeld in het artikel in dit tijdschrift 1940/129, om door ruilverkaveling in onze verwoeste steden aan de oude eigenaren weer grond in de nieuwe bouwblokken terug te geven, heeft ons niet losgelaten en was aanleiding tot bestudeering van litteratuur over dit onderwerp en nadere bezinning daarop. Ook elders heeft dit denkbeeld reeds postgevat. De Regeerings- commissaris voor den Wederopbouw Dr. Ir. J. A. Ringers leverde een bijdrage voor Gemeentebestuur van Juli 1940 getiteld De Wederopbouw en zegt daarin o.m. op blz. 192: „Wanneer een nauwgebouwde stads- of dorpskom is verwoest „eischt ieder vanzelfsprekend, dat het nieuwe plan ruimer zal zijn „uitgelegd en dit het moderne verkeer beter zal doorlaten. Maar „dat heeft tot gevolg, dat de vroegere bewoner niet altijd op de zelfde plaats kan herbouwen, Men moet dus tot een soort ruil- .verkaveling komen en diep ingrijpen in het privaatbezit der ter- „reinen. Het gevolg hiervan is, dat in vele plaatsen het verwoeste ,,deel van stad of dorp moet worden onteigend. Daarna moet met „den onteigende worden overlegd waar en hoe hij zal mogen op bouwen. „Men mag wel zeggen, dat de getroffenen een moreel recht op „tegemoetkoming in de schade kunnen laten gelden, maar de ge- „meenschap kan aan die tegemoetkoming in de schade voorwaar den verbinden. Die voorwaarden zullen o.m. kunnen bevatten een .voorwaarde voor wederopbouw en in de tweede plaats voor op~ „bouw op een door den Regeeringscommissaris aan te wijzen plaats. „Althans indien hij wenscht te herbouwen binnen de Gemeente, „waarin de eigenaar van het onroerende goed dat verwoest is, zijn „eigendom bezat. „Tengevolge van den nieuwen uitleg der verwoeste gebieden, „zullen grootere vlakten aan straten en pleinen moeten worden aan-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1941 | | pagina 3