L A ND MEE TKUNDE. 45 Literatuuroverzicht. 1. Boekbeoor deelingen. &z ¥xAx+Jy^y (1) Prof. Dr.-Ing. R. Hugershoff. Ausgleichsrechnung, Kollektivmass- lehre und Korrelationsrechnung im Dienste von Technik, Wissen schaft und Wirtschaft, VI 86 blz„ 18 X 25 cm, Herbert Wich- mann, Verlag, Berlin-Grunewald, 6 RM. Schrijver introduceert zijn boek als een inleiding speciaal voor bosch- of land bouwingenieurs en voor studeerenden in de natuurwetenschappen. De drie onder werpen in den titel genoemd worden achtereenvolgens in de drie deelen, waaruit het werk bestaat, behandeld. Mij persoonlijk komt deze volgorde onlogisch voor. De leer van de vereffening moet worden afgeleid uit de eigenschappen van waar nemingsreeksen. Deze reeksen moeten worden bestudeerd met behulp van de methoden van de mathematische statistiek, waartoe de beide andere onderwerpen behooren. Het is dan ook niet te verwonderen, dat in dit werk van een behoor lijke afleiding van de vereffeningsmethode, in casu de methode van de kleinste kwadraten, niet gesproken kan worden. Op zijn hoogst is hier deze aangelegen heid min of meer plausibel gemaakt. Ik zeg met opzet „op zijn hoogst", omdat naar mijn idee voor iemand, die uit dit werkje wil studeeren, er veel vraagpunten zullen overblijven. Ik ben er mij van bewust, dat een populaire uiteenzetting van deze stof verre van eenvoudig is en ik vraag mij af, of dit inderdaad mogelijk is Ik ben er van overtuigd, dat de kundige schrijver dit ook zoo zal moeten voelen en gepoogd heeft de stof ten minste eenigszins toegankelijk te maken. Het is jammer, dat steeds weer de begrippen „ware" bedrag en „ware" fout of correctie gehanteerd schijnen te moeten worden. Ook in dit boekje paradeeren zij weer. Te ernstiger bedenkingen moet men tegen het bezigen van deze namen hebben, wanneer zij, zooals in dit werk het geval is, zonder definitie worden ingevoerd. Men vindt er alleen een negatieve eigenschap vermeld, nl. dat het ware bedrag zich door metingen niet laat vaststellen. Naast de ware fout komt ook nog de „schijnbare" fout haar hoofd opsteken, waarmee we dan de deur wijd open hebben staan voor begripsverwarringen. Ik kan maar niet inzien, waarom onze Oosterburen een notatie bezigen als bv. A 20 52', 1 0',05 waarmee bedoeld is, dat het voor A gemeten bedrag van 20°52', 1 een middelbare fout heeft van 0',05. De schrijfwijze suggereert hoogst ongewenschte gedachtenassociaties. Ook is het fout als geschreven wordt: m 8',5. Een middelbare fout is positief. Tegen de afleiding van de voortplantingswet van de fout in 7 moet ik sterke bedenkingen naar voren brengen. Schrijver heeft in 1 afgeleid, dat als z f (x, yen x, ymet „waargenomen" of „geschatte" fouten A A yzijn aangedaan, men voor de fout z in z heeft:

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1941 | | pagina 45