"V (2>
•i-W-t W-i*
46
In 7 wordt deze formule weer opgenomen. Schrijver noemt de zooeven in
gevoerde fouten thans „bepaalde" fouten. Deze zijn, zoo leest men, meestal niet
bekend; wel echter de middelbare. Schrijver zegt dan, dat men, indien deze in
(1) worden ingesteld, zou krijgen:
Deze uitkomst wordt „onbepaald" genoemd. Afgezien van het feit, dat men
in de wiskunde onder onbepaald iets totaal anders verstaat, zou ik liever zeggen,
dat het in (2) voorgestelde fout is.
S. kwadrateert (2), laat de dubbele producten weg en verkrijgt:
Hier is dan de voortplantingswet van de fout verschenen: simple comme bon
jour. Ik vraag mij af, hoe door het kwadrateeren van een foute, zullen we maar
zeggen, uitdrukking, een goed resultaat kan ontstaan. Het weglaten van de dub
bele producten wordt gemotiveerd met de opmerking, dat deze zoowel positief als
negatief kunnen en op zichzelf klein zijn. Over de voorwaarden, dat dan toch
in elk geval de waarnemingen correlatievrij of onafhankelijk moeten zijn, wordt
hier niet gesproken.
Het tweede deel van het boek nl. de „Kollektivmasslehre" kan mij veel meer
bevredigen. Dit is inderdaad een zeer uitstekende inleiding in de mathematische
statistiek. Het derde deel behandelt correlatierekening en hier treft men dus be
schouwingen aan over de tweedimensionale verdeelingen. Men kan dus leeren
over de correlatiecoëfficiënt, de regressielijnen, etc. Ook dit deel maakt een zeer
gunstigen indruk. De tallooze voorbeelden bij de twee laatste hoofdstukken zijn
zeer interessant.
Deze beide uitstekende deelen maken, dat de aanschaffing van het boek toch
wel aanbevolen kan worden. J- T.
Prof. G* Volquardts. Das Feldmessen, Teil 1. 9e druk. V
58 blz., 16 X 23 cm. 1939. Dipl.-Ing. H. Volquardts. Das Feldmes-
sen, Teil 2. 2e druk, V 82 blz., 16 X 23 cm, 1940. B. G. Teub-
ner, Verlag, Leipzig. Teil 1: 1.80 RM. Teil 2: 2.40 RM.
Deze twee deeltjes zijn speciaal geschreven voor den „Hoch- und Tiefbau-
ingenieur" om zich op de hoogte te stellen van de landmeetkundige werkzaam
heden te velde, als ook van de instrumenten, die hiervoor worden gebruikt. Te
vens worden enkele pagina's gewijd aan kaarteeren en oppervlaktebepaling (door
middel van planimeters).
De bedoeling van de schrijvers is om niet alleen de inrichting en het gebruik
van de instrumenten te verklaren, maar ook om een inzicht te geven in hun bruik
baarheid. Daarom wordt ingegaan op het onderzoek en de regeling der instru
menten.
In het eerste deeltje worden meetlat, meetband, hoekspiegel, prisma en water
pasinstrument behandeld. Wat de vier eerstgenoemde instrumenten betreft, wordt
een goed inzicht verkregen in de nauwkeurigheid, waarmede met deze instru-