58
De „Mheen" met een oppervlakte van 74 ha zal wellicht steeds
het weide- en hooiland van Elburg blijven. Bij de ruilverkaveling
der „Haveltermade", ter grootte van 368 ha en met gemiddeld veel
grooteren eigendom, kon gedacht worden aan een eigen ontwikke
ling met stichting van nieuwe bedrijven in de toekomst.
Hoe fraai de oplossing voor de Elburgsche ingezetenen moge
zijn, voor de meer verspreid wonende weidegerechtigden der „Ha
veltermade" paste ze afgezien van wat men met deze ruilver
kaveling bereiken wilde -minder goed.
Wanneer thans nog de belangstelling van den lezer voor de
weiderechten op de Broeklanden onder Oldemarkt wordt gevraagd,
behoef ik mij niet alleen te beroepen op de omstandigheid, dat er
hier weer andere aspecten zijn. Bij een in het begin dezer eeuw
tusschen de gemeente Oldemarkt en een weidegerechtigde gevoerd
proces, werden heel wat geschiedkundige bijzonderheden verzameld.
Naar aanleiding hiervan publiceerde Mr. THinnerts te Heeren
veen in jaargang 1908 van het tijdschrift Themis een zeer be
langwekkend artikel over „Het weiderecht van de ingezetenen in
de Broeklanden van IJsselham". Voorts leverde de voorbereiding
van de enkele maanden geleden aangevraagde ruilverkaveling der
Broeklanden veel wetenswaardigs op. Het lijkt de moeite waard,
van een en ander hier iets te vertellen.
De gemeente Oldemarkt gelegen als ze is buiten de groote
verkeerswegen zal slechts bij weinigen der lezers uit eigen aan
schouwing bekend zijn. De Noordgrens, tevens grens tusschen
Friesland en Overijssel, wordt gevormd door de Linde. Langs dit
riviertje strekt het ca 900 ha groote complex der Broeklanden zich
uit. Deze Broeklanden zijn van het Oosten naar het Westen door
het Mallegat, de Tusschenbroeksloot en de Ossenzijler sloot ge
scheiden in vier deelen, nl. het Ooster-, Nlarker-, Tusschen- en
Buitenbroek. Tot voor enkele jaren vond eiken winter overstroo
ming door het Lindewater plaats. De bemestende werking tenge
volge van deze overstroomingen was wel niet bijzonder groot, maar
er werd daardoor toch een niet al te slechte graszode in stand
gehouden. Doordat de Linde gekanaliseerd werd en een constant
peil verkreeg, veranderde de toestand. De jaarlijksche inundatie
bleef iri den vervolge achterwege. Lage standen van de Linde kwa
men nu evenmin meer voor, zoodat de waterloozing van de Broek-