66
bedrijf voeren, dat ondanks hard werken nauwelijks een bestaan
waarborgt.
Is het te verwonderen, dat de Ossenzijlers met leede oogen aan
zien, hoe de naast hun deur gelegen Broeklanden èn door de slechte
indeeling met den daarmede gepaard gaanden onvoldoenden water
staatkundigen toestand èn door de uitoefening gedurende slechts
enkele weken per jaar van een naweiderecht, nog niet de helft voort
brengen van wat onder normale omstandigheden mogelijk ware, en
hoe ze reikhalzend den tijd tegemoetzien, dat hier voldoende land
te pachten zal zijn om hun bedrijven een andere en zekere basis te
kunnen geven?
Welk een ander geluid deden de woordvoerders van de vereeni-
ging der overige weidegerechtigde veehouders hooren! Volgens hen
zou de afkoop der naweide voor velen de ondergang beteekenen,
met name voor de kleinere veehouders te Paasloo, die op hun hoo-
gere zandgronden in droge zomers nooit geheel zeker van hun gras
land zouden zijn en bijgevolg de naweide op de Broeken in geen
geval zouden kunnen missen. Ook de andere bedrijven zouden ern
stige schade lijden en dat alles zou zijn weerslag vinden in de ge-
heele gemeenschap van Oldemarkt. Er werd verder ontkend, dat
de opbrengst der Broeken door ruilverkaveling aanmerkelijk ver
hoogd zou worden en indien wel, dat deze verhooging toch weer
tenietgedaan zou worden tengevolge van stichting van boerderijen,
waardoor een groote oppervlakte der Broeken voor de Oldemark-
ters als huurland verloren zou gaan. Alles bij alles werd de schade
dusdanig afgeschilderd, dat het voor de eigenaren eenvoudig on
mogelijk zou zijn een compenseerend bedrag op te brengen.
Er waren, zooals reeds eerder is vermeld, ook weidegerechtigden,
die de zaak minder donker inzagen en de groote verbetering, door
ruilverkaveling te verkrijgen, erkenden. Voorgesteld werd door
sommigen om uit het afkoopbedrag een fonds te vormen, waaruit
jaarlijks schadeloosstellingen zouden kunnen worden verleend, en
door anderen om in grond te doen afkoopen, dus aan de naweide-
gerechtigden kavels toe te deelen.
Ook de niet-veehoudende ingezetenen verhieven hun stem en
maten in den breede de voordeelen van ruilverkaveling uit.
Ze konden evenwel niet accoord gaan met het voorstel der com
missie om bij de berekening der schadeloosstelling uit te gaan van