70 Voor de beantwoording van de vraag of schadeloosstelling in land overwogen moest worden, werd het volgend overzicht samen gesteld. Vaarzen als koeien gerekend, en met weglating van de overige dieren, werden ingeschaard door 8 ingezetenen: 1 koe, door 17:2 koeien, 18:3, 20:4, 19:5, 20:6, 14:7, 14:8, 12:9, 11:10, 11 11, 6: 12, 4: 13, 8: 14, 8: 15, 3: 16, 1 17, 5: 18, 2: 19, 4:20, 4 22, 1 23, 3 24, 5 25, 2 26, 2 27, 1 311 32, 1 34, totaal 225 2080. We hebben al gezien, dat van de 225 inscharende veehouders slechts 25 tevens eigenaar waren, zoodat schadeloosstelling in land de toedeeling van op zijn minst 200 kavels zou beteekenen. Als we verder weten, dat de commissie tenslotte de afkoopsom voor de eenheid ,,2week koeweide" op ongeveer 70.berekende en dat de waarde van de Broeklanden gemiddeld niet veel meer dan 1000.per ha zal zijn, kunnen we nagaan, dat de compenseerende kavels meerendeels nog geen ha en veelal aanmerkelijk kleiner zou den zijn. De Commissie overwoog, dat bij toedeeling van een groot aantal kleine kavels meer wegen en waterloopen moeten worden aange legd, wat hoogere kosten vergt, en dat een zoodanige toedeeling aan op vrij grooten afstand wonende eigenaren, zooals die te Paas- loo, niet aan het doel der ruilverkaveling zou beantwoorden. Ze meende daarom een dergelijke oplossing te moeten verwerpen. Evenmin voelde de Commissie er voor om aan de naweidegerech- tigden een complex in gezamenlijken eigendom toe te deelen. Dit complex zou een oppervlakte moeten verkrijgen van meer dan 300 ha en het is wel als vaststaand aan te nemen, dat deze gemeen schappelijke gronden, ondanks alles wat men in een ruilverkave- lingsacte zou bepalen, nimmer behoorlijk tot hun recht zouden komen, zoodat ook op deze wijze het met ruilverkaveling beoogde doel niet volledig bereikt zou worden. Men denke zich overigens zoo'n regeling eens goed in. Er doe men vele vragen op. Hoe wordt de jaarlijksche opbrengst verdeeld? Naar het aantal stuks vee, dat men anders ingeschaard zou heb ben? Hoe bepaalt men dan den duur van den weidetijd t.a.v. de verschillende veehouders? Verliezen vertrekkenden uit de gemeente hun recht? Deelen nieuw ingekomenen mede in de opbrengst? Moet het recht als zoodanig niet afgekocht worden, opdat alleen de mede-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1941 | | pagina 72