81 stand (2,06 m N.A.P., zijnde het Diezepeil te 's-Hertogenbosch) in werking, omdat het water van Dommel en Au noodig is om de Dieze op peil te houden. Het kanaal begint bij de doorlaatbrug in den spoorweg 's-Her- togenboschBoxtel, bezuiden 's-Hertogenbosch. De bodem in de doorlaatbrug ligt op 2,06 m N.A.P. Toen in 1904 de Heerenwaardensche overlaten waren gedicht, was aan het bepaalde in de wet van 1883 voldaan. Nadat in het voorgaande in groote trekken een overzicht is ge geven van den waterstaatkundigen toestand (gegevens ontleend aan De scheiding van Maas en Waal onder verlegging van de uit monding der Maas naar den Amer. uitgegeven door het Ministerie van Waterstaat, bewerkt door den Ingenieur van den Waterstaat M. C. E. Bongaerts) van de Langstraat, gaan wij thans over tot een bespreking van de uitgevoerde en in voorbereiding zijnde ruil verkavelingen in de Langstraat. Een blik op de figuren 2a, 3a, 4a toont ons de perceelsindeeling in deze buitenpolders. Lange (tot 2000 m) en smalle (tot 10 m) perceelen loopen in Noordelijke richting naar het Oude Maasje. Vóór 1914 werden deze gronden (klei rustend op zand of veen) vrijwel geheel als grasland geëxploiteerd en zij leverden toen het bekende Langstraatsche hooi. Door (bij vloedstand) water uit het Oude Maasje binnen te laten, liet men het slibhoudende water over de buitenpolders loopen. Na 1914 is men begonnen het grasland te scheuren en de kaden langs het Oude Maasje op te hoogen, zoodat thans overstrooming vrijwel uitgesloten is. Door de talrijke overstroomingen met het slibhoudende water ligt langs het Oude Maasje de dikste kleilaag, zoodat men allereerst de graslanden ging scheuren in de Noordelijke gedeelten van deze polders. De Zuide lijke gedeelten werden nog als grasland gebruikt. Men stuitte toen op het bezwaar, dat, vooral in een natten herfst, het vervoer van de akkerbouwproducten, bij gebrek aan goede toegangswegen, over de Zuidelijk gelegen graslanden moest plaats hebben, welke daar door stukgereden werden. Ook de detailontwatering door de slecht onderhouden lange perceelsslooten liet veel te wenschen over. Voorts lagen de perceelen aan één eigenaar toebehoorend veelal zeer verspreid. Het middel om tot een beteren toestand te geraken is hier toe-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1941 | | pagina 83