21 waarden voor de rechte klimming en declinatie, welke werden ont leend aan de „Nautical Almanac". A is het resultaat van de be rekening met het genoemde nomogram voor de berekening van de geografische lengte uit de rechthoekige coördinaten, de tabellen IVIII en het nomogram voor de azimuthcorrectie in verband met de ordinaat van de plaats van waarneming. In de laatste kolom zijn de absolute waarden der verschillen tus- schen beide uitkomsten genoteerd. De maximale waarde van deze verschillen is 6 dmgr, de gemiddelde waarde nog geen 3 dmgr. Waarneming. Daar de Poolster een ster is van de tweede grootte, is ze met een eenvoudigen kijker reeds in de schemering zichtbaar. Het voordeel van waarneming in de schemering is gelegen in het feit, dat de terrestrische punten dan nog goed waarneembaar zijn, zonder dat het noodig is bijzondere voorzieningen te treffen, zooals het plaat sen van lampen of collimatoren. Het is een minder gunstige om standigheid, dat de tijd, gedurende welken men kan waarnemen, slechts ongeveer 45 minuten is, dus vrij beperkt. Teneinde in drie kwartier een goede azimuthsbepaling te doen, is het noodig de manipulaties te beperken tot de strikt noodzakelijke. In verband met het groote verschil in elevatie tusschen de rich tingen naar Polaris en naar het terrestrische punt, zijn de belang rijkste foutenbronnen: de fout van de tweede as, de collimatiefout en de fout in den stand van de eerste as. De invloed van de eerste twee fouten kan worden geëlimineerd volgens de gebruikelijke me thode, waarbij de helft van de series waarnemingen wordt uitge voerd bij gewonen kijkerstand en de andere helft met doorgeslagen kijker. De invloed van de fout in den stand van de eerste as is bij een instrument zonder ruiterniveau niet te elimineeren; men kan den invloed op het eindresultaat van de waarnemingen verminde ren, door de opstelling van het instrument met groote zorg uit te voeren en dikwijls te herhalen om aldus de opstellingsfout een toe vallig karakter te geven. Omdat de invloed van een fout in den stand van de eerste as op de gemeten richting evenredig is met de tangens van de elevatie, zal deze invloed op de gewoonlijk weinig geëleveerde terrestrische richting gering zijn, terwijl de invloed op de richting van Polaris daarentegen groot is. Men moet dus in het bijzonder een uitwijking van de eerste as uit het verticaalvlak van Polaris vermijden. Daartoe plaatst men het instrument zoo, dat de verbindingslijn van twee der stelschroeven ongeveer evenwijdig loopt aan dat verticaalvlak. Men behoeft dan bij de herhalingen van de opstelling alleen de derde stelschroef te bedienen. Vergeleken bij de genoemde foutenbronnen zijn in het algemeen de fouten in de randverdeeling gering, zoodat het niet noodig is in veel verschillende randstanden te meten. Na eenige proefnemingen zijn we tot de conclusie gekomen, dat een waarnemingsprogramma, dat bestaat uit acht dubbele series, elk als volgt samengesteld, in 40 minuten gemeten kan worden:

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1942 | | pagina 21