De grafische vereffening bij de puntsbepaling. 26 den berekend, werd een gemiddelde oriënteering voor de richting naar Delft XI bepaald. Het resultaat van de oriënteering is 361,7249 gr. De astronomisch bepaalde waarde blijkt hiervan dus 15 dmgr af te wijken. Aan de hand van het kaartje (annexe 3) in „Observations de pendule dans les Pays-Bas" door Pro/. Ir F. A. Vening Meinesz. kan men de schietloodafwijking in geografische lengte voor Delft schatten op Aa 1.2", waarmee correspondeert een loodaf- wijking in azimuth van A 1,2" sin <p 0,9" 3 dmgr. Verder is de correctie voor dagelijksche aberratie A A cos cp cos A sec h 1 dmgr, hetgeen voor Polaris bij benadering is A A 1 dmgr. Corrigeert men het astronomisch bepaalde azimuth met deze be dragen1), dan wordt het verschil met het azimuth der R.D. 17 dmgr. Vergelijkt men dit verschil met de bovengenoemde middelbare fout van 3,7 dmgr, dan is het duidelijk, dat een deel van de opstel- lingsfout vermoedelijk nog een systematisch karakter heeft behou den. Voor de meeste doeleinden afsluiting van een veelhoek, verbetering van een Snelliuspunt, oriënteering van een locaal drie- hoeksnet e.d. zal de bereikte nauwkeurigheid voldoende zijn. In een ander geval zal men een gevoelig ruiterniveau moeten gebruiken; de nauwkeurigheid van de in deze verhandeling ontwik kelde methode van berekening is zeker in harmonie met een aldus te bereiken verhooging van de nauwkeurigheid der waarnemings uitkomsten. H. van den Berg, Landmeter van het Kadaster, Zwolle 1In zijn artikel over de grafische vereffening van een drie- hoekspunt (dit tijdschrift, jaargang 1937, pag. 41 t/'m 61) geeft Prof. Tienstra een methode voor deze vereffening. Een tweede werkwijze is reeds in 1885 door den heer Boer in ons tijdschrift beschreven (pag. 113 e.v.). In mijn aanteekeningen van de colleges van den heer H. F. van Riel vind ik nog een derde vereffenings methode, welke uitgaat van de coördinaten van de snijpunten van de stralen in de foutentoonende figuur. (Voor de constructie der foutentoonende figuur zie het artikel van Prof. Tienstra.) Hebben we in deze foutentoonende figuur S stralen, dan is het aantal snijpunten gelijk aan het aantal combinaties twee aan twee, dat uit s elementen kan worden gevormd, dus: 1) Deze correcties zijn bij de berekening op blz. 25 verwaarloosd, doch voor een zuivere vergelijking van het langs astronomischen weg verkregen azimuth met dat der R.D. is het gewenscht de correcties wel aan te brengen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1942 | | pagina 26