30 0 [9b] [qc] [99] [aa] [ab] [ac] [aq] [ab] [bb] [fee] [bq] We hadden (11) ook als volgt kunnen schrijven: 91.2 ai a2 0 bi fe2 0 (13) en wanneer a en fe coördinaten waren, dan was de determinant tweemaal den inhoud van een driehoek. In het artikel van Prof Tienstra hebben we echter gezien, dat a en b de coördinaten zijn van de verschoven inverse punten. Het gewicht gi.2 is dus vier maal het vierkant van den inhoud van den driehoek met als hoek punten de inverse punten a1( bx en a2, b2 en het punt P0. Aangezien de gewichten slechts verhoudingsgetallen zijn, mogen we alle gewichten door 4 deelen, zoodat we overhouden: 9\.i I1 1 f.ï.O (14) of algemeen: 9 i ,k xik0 Wanneer we nu een hyperboolplanimeter zoodanig becijferen, dat direct het vierkant van den inhoud van een driehoek wordt af gelezen, kunnen we de gewichten dus eenvoudig uit de figuur be palen. 4. Ook de middelbare fout in de einduitkomst kunnen we gra fisch bepalen. Allereerst moet worden bepaald de middelbare fout in de ge meten richting: [vv] m (15) 3, bij buiten- (bij binnenrichtingen is m richtingen is m 2). De bepaling van v geschiedt op de wijze als in 11 van het ar tikel van Prof. Tienstra staat aangegeven. Voor de middelbare fouten in de x en y richting hebben we de formules: m\= g2 Qii m2 - - g2 Q22 (16) Algemeen kunnen we voor de gewichtsgetallen Q schrijven: 1 [ab] \ac][aq\ 0 [bb] [fee][bq] Q>. (17) [aq] [bq] [cq] [99\

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1942 | | pagina 30